Aanwijzing voor den mededeeler van het naauwkeurig en waarheidlievend berigt in een Fransch kerkelijk blad.
De schrijver, die in het laatste nornmer van de Tijdspiegel des vorigen jaars (Dec. 1849 blz. 472) het ‘naauwkeurigen waarheidlievend berigt in een Fransch kerkelijk Blad’ heeft medegedeeld, doet zich een klein weinig, hetzij gemeend of schijnbaar, onnoozel voor; ook is hij schrikkelijk achterlijk in het lezen van buitenlandsche tijdschriften, die hem eerst onder de oogen schijnen te komen, als iedereen ze schier vergeten heeft. Wij zouden hem kunnen vragen: zijt gij de eenige vreemdeling te Jeruzalem, die van deze dingen niets weet? Of hebt gij de klok hooren luiden en weet waarlijk niet, waar de klepel hangt? Voor wie het echter nog de moeite waardig mogt zijn, opheldering te zoeken van het moeijelijk vraagstuk der verklaring van het zonderling berigt, dat het Fransch Tijdschrift Le Lien, in zijn 3e Nommer van 3 Febr. 1849 uit het Journal des Débats van den 1e Febr. had overgenomen, die kan de oplossing van het raadsel en het grootendeels naauwkeurig berigt vinden in het 5e Nommer van hetzelfde Tijdschrift: Le Lien, van 3 Maart 1849 blz. 39. Bij ons is de zaak al zoo lang geleden en hoe vreemd ook en stuitend voor velen op dat oogenblik, zoo onbeduidend in zich zelve, dat wij best gelooven haar aan den stroom der vergetelheid over te geven, en het voor den Tijdspiegel, die geen Revue Retrospective is, meest oorbaar achten: geen oude koeijen uit de sloot te halen.