en veelhoofdig spooksel, het pauperismus, bestrijdt, en een' stevige borstweringen bolwerk daartegen helpt oprigten? Gelooft gij niet, dat gij aldus waarlijk Christelijk zorg draagt voor die ellendigen, die anders de paria's uitmaken van de maatschappij, de kanker van den staat, de aanstaande bevolkers der tuchthuizen, en wier voortdurende toestand van verstomping en verdierlijking te midden van eene Christelijke maatschappij inderdaad niet beter is dan eene bittere bespotting van den heiligen eisch des Eenigen Meesters: ‘heb uw' naasten lief, als uzelven.’
Indien onze lezers, hetgeen wij van ganscher harte hopen en wenschen, onze ziens wijze deelen, en met ons het weldadig en Christelijk doel der Montfoortsche stichting erkennen - indien zij het oog niet sluiten voor de zegenrijke uitkomsten, welke de jeugdige stichting aanvankelijk reeds heeft opgeleverd, dan zullen zij gewis ook een gunstig oor willen leenen aan ‘de Stem uit Montfoort’, waarvan den steller dezes vijf afleveringen ter hand kwamen. Het is eene stem, die onder de talloos velen gehoor vraagt, en het ten volle verdient. Het is eene stem, die niet aanmatigend klinkt, niet door fraaiheid of verhevenheid van stijl, door schilderachtige voorstelling, door opgesmukte taal, door sierlijke beeldspraak, den lezer tracht te boeijen, of poogt te betooveren. Zij klinkt nederig en bescheiden. Maar haar doel is grootsch, edel, schoon, beminnelijk, in nadruk Christelijk. Zij klinkt u toe van een blad, dat is toegewijd aan de volksopvoeding, inzonderheid der verwaarloosden. Zij bindt zich niet, als een gewoon tijdschrift, aan eenigen datum, zoodat hare kolommen op den eersten, of vijftienden van elke maand gevuld moeten zijn (vaak zoo groot een bezwaar voor redacteurs, uitgevers, auteurs, om van geen letterzetters en correctors te spreken), maar zij laat zich op onbepaalde tijden hooren. De inteekenaren ontvangen twaalf afleveringen van een half of heel vel druks voor den uiterst billijken prijs van f 2. ‘Mogt deze Stem: - zoo luidt het in No. 1 op blz. 2 - ‘eenige geldelijke voordeelen aanbrengen, dan zullen die vloeijen in de kas der Inrigting. De uitgave van dit Nummer bevordert reeds de zaak, door de eerste werkzaamheid te geven aan de in dezelve opgerigte drukkerij, waardoor dus dadelijk eenige arbeid aan den eenen, en gelegenheid om zich in die werkzaamheid te oefenen aan anderen gegeven wordt.’ - Waarlijk, wij konden in onze standbeeldminnende eeuw niet alle
aanvragen en uitnoodigingen ontgaan, om ons aanzienlijker of kariger deel voor Costers standbeeld te offeren, maar zouden we niet óók insgelijks onze hulde brengen aan Costers schim, en het hart ons toch niet óók een weinigje warmer bij die hulde kloppen, als we ons abonneerden op de Stem uit Montfoort?
Dat zij geene vox clamantis in deserto zij, geene stem des roependen in de woestijne. Zij wil trouwens geen stem van den gestrengen boetprediker, maar veeleer de liefderijke opwekking van den zachtaardigen Christusjonger zijn, die op 't voetspoor zijns Meesters vooral de verlorenen en afgedwaalden zoekt.
Dat het gesticht te Montfoort aan zijne bestemming blijve beantwoorden, dat het bij een aanvankelijk goede, en later meer en meer doeltreffende inrigting, en wijs beheer, dat voortdurend naar het betere streeft en geene teregtwijzingen versmaadt, onder het godsdienstig toezigt en onderwijs van den waardigen leeraar der Hervormde gemeente te Montfoort,