Evenwel zij heeft aan velen regt laten wedervaren; het volle regt komt als ‘die Weltgeschichte’ een einde heeft, en het ‘Weltgericht’ wordt gehouden. Maar hoe vele nederigen zullen dan verhoogd, hoe vele hoogen vernederd worden!
Zoo als de zaak nu ligt, en wanneer wij zien hoe de vorschende Muze reeds van menig beeld den geheimzinnigen sluijer wegsloeg, den nimbus en heiligenglorie van menig onheilig hoofd wegvaagde, hoe zij met krachtige hand miskenden en vergetenen naar het Walhalla der eere leidde, dan heeft de uitspraak ten minste eenige waarheid. Dan krijgt zij die, even als sommige natuurwetten die op de enkele gevallen van gééne, op het gehéél van juiste toepassing zijn, te méér, naarmate wij een grooter deel van het geheel overzien, en wij niet eene enkele gebeurtenis in eenig leven maar den lóóp van dat leven beschouwen. Althans in menig opzigt geldt dan van lot en geluk Herders uitspraak: ‘ein jeder mensch hat sein eigenes Schicksal, weil jeder seine Art zu sein und zu handeln hat.’
Met deze meer bevredigende gedachten werden wij vervuld bij de lezing van het hierboven aangekondigd werk, de geschiedenis van eenen man, wien zijn tijd tot een' der heroën maar ook tot een' der martelaars der menschheid maakte. Wij vinden hier Ganganelli geschetst, den Paus die de Orde der Jezuïeten moest opheffen, die naar het thans algemeen aangenomen gevoelen, daarvoor, om met Spittler (naar wij meenen) te spreken ‘noch ex-jesuitisches Gift schmeckte,’ - of kon en wilde hij de orde mogelijk slechts aetheriseren? En daarmede verrigtte de heer Sprenger van Eijk een inderdaad prijzenswaardig werk. Ganganelli, de weinig waarlijk gekende, de bij velen miskende, die gedurende zijne korte regering ondervond, hoe slecht de man van een helder hoofd en edel hart op den pauselijken stoel is geplaatst, verdiende zulks; al was zijne hoofddaad, waarvan wij boven melding maakten, niet gehéél en mogelijk wéinig zijne eigene. - De heer S.v.E. heeft de bronnen, welke hem ten dienste stonden, getrouwelijk gebruikt en ons Ganganellis jeugd en jongelingsjaren, studiën en bevordering, zijn leven in het klooster der H. Apostelen te Rome, zijne wijze van zien omtrent velerlei gewigtige zaken, zijne trapswijze eervolle verheffing, zijne regering en dood achtereenvolgens medegedeeld, en daarna eene korte beschouwing aan zijn karakter gewijd, terwijl hij daaraan aanteekeningen en bijlagen heeft toegevoegd. Men mag onzen schrijver den lof der onpartijdigheid en over het geheel der naauwkeurigheid toekennen. Slechts hier en daar vonden wij een datum te rectifieeren. Veelal vernamen wij Ganganellis eigene beschouwingen en zelfs woorden, sommige daaronder minder belangrijk en zelfs minder juist (bl. 15). - Wij ontmoeten in Ganganelli geenszins den Hercules, die het veelhoofdig monster met forsche slagen beukt en de dreigende koppen verplettert, maar een weldenkend mensch. Hij is niet verdraagzamer gemaakt dan hij was en op zijn
standpunt misschien wezen kon; maar toch stralen overal zijne mildere Christelijke beginselen door. Zelfs als lid van het geregtshof der Inquisitie te Rome zien wij hoe hij minder Roomsch is dan Katholiek, gelijk trouwens de Franciscanen, tot wier orde hij behoorde, meestal minder fanatiek waren dan de Dominicanen, aan wie elders de stelselmatige vervolging der ketters was opgedragen. Gaarne zouden wij hebben gezien, dat de schrijver ons iets over de nadere aan-