goede dagen genade waren, en regtvaardigheid elken drup had toegeteld in den nòg niet geledigden lijdensbeker. - Neander's hart is te vol van Christus, om nog van hoogmoed op Abraham, Izaäk, en Jakob te kunnen zwellen. Gulden woorden zijn het van een' voormaligen Jood, als hij spreekt: ‘Trouwens, ook onder de Heidenen zijn de uitvloeisels van eene diep ingeschapene bewustheid van God, de hier en elders voorkomende openbaringen van Hem, in wien wij leven, ons bewegen en zijn, en die onder geen volk zich onbetuigd heeft gelaten; zijn de getuigenissen van een, van nature Christelijk gemoed, zoo als een oud kerkvader ze noemt, die tot het Christendom opleiden, niet te miskennen. En even als de invloed van het Jodendom zich ook over de Heidensche wereld moest uitstrekken, om voor het Christendom den weg te banen, en het te doen vinden, waaraan het zich hechten kon, moest ook de harde, uitsluitende en afstootende bekrompenheid der Joden op hare beurt door Grieksche beschaving verzacht en verruimd, en alzoo vatbaar gemaakt worden, om het nieuwe aan te nemen, dat het Evangelie schonk,’ gulden woorden, wordt er ook de lofbazuin niet over gestoken door besneden en onbesneden Judaïserenden in Duitschland en elders. Maar in Duitschland staat menige Jood op hoogeren trap dan hier, enkele Israëlieten vindt men daar, hier (met weinige maar schitterende uitzonderingen) meest smousen, die sjagcheren, ook in vakken, waarvoor ze niet gepatenteerd zijn, en Jezuïetenpolitiek voor vaderlandsliefde, en renaissance-kabbalistische-middeleeuwsche-Anselmiaansche-Dordtsche menschendwaasheid als eeuwige wijsheid uitventen.
Neander is ten onzent bekend, geliefd: zijn leven van Jezus, zijn Apostolisch tijdvak, zijne gedenkwaardigheden uit de geschiedenis des Christelijken levens werden door bevoegde handen op onzen bodem overgebragt. Hij moest zich hier vrienden verwerven, man als bij is van het juste milieu, waarmede wij niet willen zeggen, dat hij par principe den middenweg tusschen de linker- of regterpaden koos, als òf de linker- òf de regterzijde alleen tot de waarheid leidden, maar dat hij het goede van vriend en vijand waardeerde en zich eigen maakte, zonder tot de overdrijving van vriend of vijand te vervallen. Voeg er bij, dat zijne geschiedenisbeschrijving veel aantrekkelijks heeft ook voor wie zich niet rekent tot de geleerden: de resultaten van het wetenschappelijke onderzoek den volke ten nutte te maken, is eene zijner bedoelingen; hij staat niet op zijne aanzienlijke hoogte, om den vloek uit te spreken over de schare, die de wet niet kent, - hij daalt af, om zijnen broederen te verkondigen wat hij op de bergen zijner wetenschap voor groots en heerlijks gezien heeft en te waarschuwen voor dwaalwegen, door zijn' helderen blik eerder ontdekt; het Christelijke element staat bij hem op den voorgrond nog boven het wetenschappelijke, en wat de godsdienst heeft gedaan om den mensch beter en gelukkiger te maken, leert ge méér nog uit zijne geschiedenis dan wat de godgeleerdheid deed om den geleerde wijzer te maken, - eigenschappen, waardoor hij 't ligtelijk doet vergeten, dat hem wel eens de verlangde scherpte van omtrekken mangelt.
Eene poging, om zijn hoofdwerk bij het Nederlandsche volk in te voeren, mislukte eenmaal, kwam eene tweede maal zelfs niet tot begin van uitvoering, wordt thans ten derden male beproefd. Wij begroeten die poging met blijdschap.