spraak maakt op eenige ontwikkeling, behoort boven zoo oppervlakkige beschouwing verheven te zijn. Wat is recensie anders dan toetsing van een gegeven werk aan de waarheden der wetenschap, de regelen van het schoone? Eilieve, zijn die waarheden en die regelen voor u anderen dan voor mij? Blijkt uit eene recensie, dat ze den beoordeelaar helder voor den geest stonden, dat hij ze naauwgezet heeft toegepast, ge kunt, dunkt me, tevreden zijn met de beoordeeling, ware ze ook door eene keukenmeid geschreven. Zijn die waarheden verloochend, die regelen miskend, een valsche maatstaf aangelegd, - de recensie is nietswaardig, vloeide ze ook voort uit de pen van den meest beroemden geleerde.
Laat ons de zaak bij den waren naam noemen: de geteekende recensies zijn maar al te vaak eene poging, om op het gebied der wetenschap en letteren eene andere aristocratie dan die van geleerdheid en smaak, eene aristocratie van namen in te voeren. Er zijn namen, met zoo een' nimbus van geleerdheid, wetenschappelijkheid, kunstkennis omgeven, dat ze genoeg zijn, om, onder eene beoordeeling geplaatst, een boek de onsterfelijkheid (van een paar jaar natuurlijk) of den zuigelingsdood te geven.
Nomina sunt odiosa; maar zeker is het, dat sommige bezitters van die met stralen omkranste namen óók vrienden hebben, die vrienden gaarne eene wederdienst bewijzen voor vroeger betoonde goed willigheid, - dat die mannen óók hunne oogenblikken van mindere helderheid, vooral oogenblikken van overlading met bezigheden hehben, - dat het mogelijk is, dat in zulk eene stemming een boek beoordeeld, geprezen of gedoemd wordt, en de kans zeer groot is, dat de beroemde naam valsche waar insmokkelt. Grooter nog wordt die kans, wen de beroemde man, als zijne volgers, begint te gelooven aan eigen autoriteit, en hij in plaats van duchtig betoog en klemmend bewijs zijn goed- of afkeurend oordeel motieveert met een: ‘Wij voor ons zijn overtuigd;’ dan beginnen honderd zwakke hoofden na te baauwen: het boek is goed of slecht, want de beroemde, hooggeleerde, wijdvermaarde ‘Wij voor ons’, heeft de overtuiging, dat.... Intusschen rust de overtuiging van dien ‘Wij voor ons’ soms op een' zandgrond, op een oogenblik van malaise, op obstructies, en wordt een verdienstelijk werk verguisd, omdat de vrouw van den grooten ‘Wij voor ons’ de soep heeft laten aanbranden. Wij nemen de vrijheid, het onedelmoedig, onletterkundig te noemen van elken beroemden ‘Wij voor ons,’ die den armen delinquent verplet met het wigt van zijn' naam, en ons zweven voorbeelden voor den geest, die hemeltergend zijn.
Er is meer: zoo ergens, dan is ons vaderland rijk aan geusurpeerde renommée's. In Duitschland schrijft alles en studeert elk geleerde bijna op straat: als Professor of Magister of Licentiaat A-Z een of ander schrijver voor zich leest, laat hij het geheele publiek medelezen en onthaalt het op een' commentaar. Anders is het in Nederland: het Nederlandsche volk is een practisch volk, een huiselijk volk tevens: de kennis, sinds jaren vergaard, de ervaring, duur gekocht, wijdt de medicus, jurist, theoloog, literator meest aan het practische leven; hij streeft voort op zijne baan, maar van zijne vorderingen is vaak alleen zijne studeercel de getuige. Ik beroep mij op de ervaring van honderd mijner lezers, of ze die mannen, door rijkdom van kennis, door diepzinnig onderzoek, door gekuischten smaak uitmuntende boven menige celebriteit, niet dikwijls heb-