goede in dien vorm, vooral het goede onder dien vorm, voorbij te zien; we zijn niet zóó liefdeloos, dat we den broeder zijn' steun zouden willen ontrukken, als hij alleen onder dien vorm zich het heil in Christus kan voorstellen; - we zijn niet fanatiek genoeg, om dien vorm niet te eerbiedigen, als hij op waarachtige overtuiging rust. We verwarren ook Methodismus niet met Orthodoxismus, al sluiten ze soms een' bond tegen nieuwer opvatting van het Christendom, door het eerste gehaat met soms satanischen haat, door het laatste vaak geschuwd met schuchtere vreeze. We hebben eerbied voor wie, in 't neêrdrukkend gevoel van vreesselijken schuldenlast, in Christus bovenal, alleen zelfs, den Redder ziet der doemwaardige ziele. God beware ons, dat we zouden glimlagchen bij de wanhopige krachtsinspanning van den zinkende, die zich aan de reddende hand vastklampt, - en is dát niet de rigting van het Methodismus?
Worde Christus gepredikt, zij 't onder een ligter of zwaarder bedeksel, dan reiken wij den regtzinnige de broederhand, drukken der Methodiste den kus op 't zusterlijke voorhoofd, hebben een' dankbaren blik over voor den romantiker. Maar Christendom, Christendom, dááraan heeft onze letterkunde behoefte in een' tijd, waarin ze zoo vaak misbruikt wordt tot kweekster van lage togten, tot stookster van onreine vlammen, tot boeleerster met een van God vervreemd materialismus. Van God begaafden met talent of genie, toont 't der wereld, dat het Christendom de gaven des geestes wel kan heiligen, veredelen, ontwikkelen, - onderdrukken, verdooven nooit!
Alice is eene vrome beproefde; haar lotswisseling is niet ongewoon, en toch zoo bitter; maar in lijden klaagt ze God, vraagt kracht van Hem, berust, zij 't ook na moeijelijken strijd; Hem dankt ze allereerst de vreugd, die ze smaakt, de zoete drup in den bitteren lijdenskelk, het heugelijke einde na zwaren rouw. Het doel van Alice is niet, buitengewone toestanden te schetsen, onwaarschijnlijke gebeurtenissen opeen te stapelen, kunstige knoopen te leggen: ook in dit opzigt is ze dus niet van de tegenwoordige wereld. Waan niet, dat de letterkundige verdienste daarom ontbreekt: de Christelijke strekking, nog eens, rekenen wij als eene hooge verdienste aan, in spijt van uw medelijdend schouderophalen. Open oog en hart voor natuurschoon kan alleen blind vooroordeel u in Emma Jane doen miskennen; er zijn plaatsbeschrijvingen in de Alice, die de onchristelijkste modeschrijvers haar mogen misgunnen. Trouwens 't geloof ziet in de natuur de openbaring van den eeuwigen Geest, - zou 't dan ook iets méér van die natuur verstaan dan wie in haar slechts stof ziet en nog eens stof?
‘De type van vromen, gevoeligen, Christelijken zin, voorgesteld in de verschillende lotwisselingen onzer Alice, moet de aanbeveling niet zoeken in voorrede, of tijdschrift-beoordeeling, maar veel meer in den heilzamen indruk, welken zijzelve op hare Nederlandsche zusters te weeg zal brengen,’ zegt Lublink Weddik in zijne voorrede; - wij gaven zijne Alice aan die harer Nederlandsche zusters, welke ons de liefste is: ze dankt hem mét ons en wenscht der vrome den toegang tot menig hart geopend, ook door zijne aanbeveling.
- IJ -