Het voorstel van legerorganisatie van de heeren Meurs en Rose.
Gij vraagt mij, geachte vriend! mijn gevoelen over het voorstel van legerorganisatie van deze beide heeren. Dit is waarlijk niet gemakkelijk te geven. Ik zal mij daarmede dan ook niet inlaten, maar u alleen op een beginsel wijzen, hetwelk men, mijns inziens, bij elke legerorganisatie, niet uit het oog mag verliezen.
Wanneer de troepen de verschillende exercitiescholen hebben doorgeloopen, dan zijn zij in verre na nog niet op de hoogte, waarop zij staan moeten, zoo als wij zullen trachten aan te toonen.
Een helder hoofd, veel kalmte te houden; tegen alle ongevallen in den oorlog terstond het regte middel te kiezen; in zijn geheel blijven zonder verwarring; en nopens het gebruik der middelen volstrekt niet in het onzekere te zijn; deze middelen, zonder aarzelen, van pas en met nadruk aan te wenden, dit alles kan men in tijd van vrede alleen verkrijgen, wanneer men op afwisselende terreinen, met troepen, uit verschillende wapens zamengesteld, manoeuvreert. Daardoor vormt zich het coup d'oeil, en bekomt men zekeren tact, en met dezen een zeker zelfvertrouwen, waarop het voornamelijk aankomt. Dit alles kan eene theorie niet geven. Het is hier, als met den paardrijder, die den moed zou missen om door de ton te springen, indien hij door langdurige oefening geen zelfvertrouwen verkregen had. Historische feiten uit den oorlog geput doen zien, wat het zelfvertrouwen en de ondervinding vermogen.
Hebben dergelijke manoeuvres weinig of in het geheel niet plaats, dan is het te voorzien dat het oordeel van menig chef bij eenige manoeuvre zal beneveld worden, en hij geene duidelijke heldere bewustheid zal hebben van hetgeen hem te doen staat. Spoedig zal daarop eene weifeling volgen, die door de troepen wordt opgemerkt, en zich aan het geheel zóó mededeelt, dat het vertrouwen in den chef wordt geschokt. Heeft iets dergelijks werkelijk in den oorlog plaats, dan zal een zich vrij bewegende ongeoefende hoop strijders, met geestdrift bezield voor de zaak waarvoor hij strijdt, meer vermogen dan een chef, die tegenwoordig-