Wetsontwerp betreffende de oprigting van eene kweekschool voor recensenten.
(zooals het aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal konde voorgedragen zijn.)
Wij Willem, enz.
Alzoo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk is bepalingen vast te stellen betrekkelijk de opleiding der beoordeelaars van letterkundige voortbrengselen,
Zoo is het, dat Wij, den Raad van State gehoord en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Art. 1. In de hoofdstad onzes rijks zal eene kweekschool voor toekomstige recensenten worden opgerigt.
Art. 2. Het onderwijs zal alle takken van wetenschap en kennis omvatten, welke voor de rigtige uitoefening van het recensentenberoep worden vereischt.
Art. 3. Een vader van de Societas Jesu zal voorlezingen houden over laster en woordverdraaijing.
Art. 4. Een lid der Eerste Kamer zal in een' halfjarigen cursus betoogen, dat geeselpaal en brandijzer ook in de letterkundige wereld onmisbaar zijn voor het heil der schrijvers en het vermaak der lezers.
Art. 5. Dagelijks zullen de geheime levensbijzonderheden der meest gevierde letterkundigen worden behandeld door een' spion der geheime policie.
Art. 6. Onbekrompenheid zal worden onderwezen door eene zeventigjarige vrouw, lid eener afgescheidene gemeente.
Art. 7. Hoogere taalkunde, inzonderheid van de Engelsche taal, zal worden toegelicht door Boudewijn.
Art. 8. Wetenschappelijke consequentie zal den kweekelingen worden aanbevolen door Yntema.
Art. 9. Over de kieschheid der uitdrukkingen, als gevolg van innerlijke roeping en zuivere beginselen, zullen éénmaal 's weeks voorlezingen gehouden worden door den redacteur van de Hydra.
Art. 10. Het onderwijs in de vaderlandsche geschiedenis, ter opwekking van het ware patriotismus, zal gegeven worden door een' Ultramontaan.
Art. 11. Hollandsche taal- en letterkunde zal beoefend worden onder de leiding van een' daartoe te ontbieden' Parijzenaar.
Art. 12. De collegiën over de deugd der zelfverloochening en de blijvende waarde des Christendoms zullen gehouden worden door een' communist, die tevens een repetitorium zal houden over de heiligheid van den letterkundigen eigendom.
Art. 13. Een beëedigd Amsterdamsch makelaar zal zich belasten met het onderrigt in het monstersteken.
Art. 14. De pligt der belangelooze men-