verstaan de ontwikkeling der geestvermogens, de uitbreiding van kennis, het zoeken der waarheid en hare vereering, het betrachten der regtvaardigheid, in één woord dat streven naar volmaaktheid, waardoor rust en geluk op aarde wordt gesticht, en de mensch voor hoogere genietingen, in een toekomstig leven, wordt vatbaar gemaakt.
Wil men le savoir vivre, le tact de société, le bon ton en wat dies meer zij, waardoor men zich zoo bijzonder bij het hof van Lodewijk den XIV wist te onderscheiden, tot den werkkring der beschaving brengen, dan stem ik daarin toe, in zoo verre daarbij het voorschrift der natuur, wet, rede en zeden wordt geëerbiedigd.
Er bestaat alzoo, mijns inziens, eene verstandelijke en zedelijke beschaving. De eerste sluit de fijne vorming, de beschaafde bevalligheid niet uit, evenmin als zij zich bloot tot dezelve bepaalt. De tweede strekt zich uit tot deugden van allerlei aard, en daar de geheele waarde dezer deugden niet alleen daarop berust, dat men dezelve kenne, zoo vordert zij nog die zelfbeheersching, waardoor wij onze gedragingen meer en meer met onze pligten in overeenstemming trachten te brengen.-
Ik verzoek u de verzekering mijner bijzondere achting wel te willen aannemen.
UEd. Dw. Dienaar
l. frankamp.