|
Blz. |
Hoe men nabij kan vinden, wat men dikwijls verre zoekt |
39 |
Aan de Redactie van den Tijdspiegel.
Entens van Mentheda. Eene geschiedkundige Novelle |
50 |
Correspondentie van het Leesgezelschap te Diepenbeek. (Vervolg v. blz. 457, 1ste deel) |
64 |
Brievenbus. |
|
I. |
Brief over eene hoogst wenschelijke populariteit van de Leden der Staten-Generaal |
68 |
II. |
Brief over het afschaffen der fooijen aan de dienstboden van anderen |
70 |
III. |
Brief van een Hervormd Predikant aan een lid der Synode, over de uitnoodiging des heeren Heldring, cum suis, om de Kerk te verbeteren |
139 |
IV. |
Brief aan den Redacteur van den Tijdspiegel, over een keffend napratertje |
143 |
V. |
Brief van een' Drentschen boer, over het droogmaken van een stuk land aan de overzijde van het Y |
144 |
VI. |
Tweede brief van een' Predikant aan een' Staatsman, over eene voorgestelde bepaling in de Grondwet |
146 |
VII. |
Brief van een' Drentschen boer, na het lezen van 't Verslag van de gebeurtenissen, voorgevallen te Amsterdam op den 24 Maart 1848, enz. door de HH. Mrs. Nolthenius en Ploos van Amstel |
230 |
VIII. |
Brief aan den Censor over een punt van publieke zedelijkheid |
306 |
IX. |
Aan den Dichter T.B.v.A. |
307 |
X. |
Brief aan Johannes, over eene op te rigten Levensverzekerings-maatschappij voor Predikanten |
311 |
XI. |
Brief voor den Emeritus-Predikant Jan Salie, naar aanleiding van zijn geschrijf aan zijnen vriend Pruik, bijgenaamd de Oude, in dato 30 April 1848 |
389 |
Entens van Mentheda. (Vervolg van blz. 64) |
119 |
De politieke Tinnegieters. Een physiologisch fragment |
132 |
Snippers en splinters. |
|
I. |
Zwaarwigtige drukzonde der opregte Haarlemsche Courant |
147 |
II. |
De schouwburgen in Parijs en derzelver twee pleitbezorgers Victor Hugo en Pyat |
148 |
III. |
Het standbeeld van den Aartsbisschop te Parijs |
149 |
Republikeinsche Catechismus, of: beginselen van algemeene Wijsbegeerte, Zedeleer en Staatkunde, ten gebruike voor alle volken |
150 |
De Secondant |
204 |
Het Vlugschrift. (Zie Tijdsp. 1848, II. blz. 132) |
215 |
Zullen de menschen dan nooit wijzer worden? |
222 |
Lentemijmering.
Variatie op een thema van F.W. Carové |
227 |
Entens van Mentheda. (Vervolg van blz. 132) |
286 |
De Cipier uit den goeden, ouden tijd |
303 |
De Demonstratie te Batavia in Mei 1848 |
364 |
Een bezoek in de nieuwe cellulaire Gevangenis te Amsterdam |
368 |
Teekenen des Tijds. |
|
I. |
Mr. Isaac Da Costa, als spreker in de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen |
373 |
II. |
Het Handelsblad en Gods Woord |
375 |
Entens v. Mentheda. (Verv. en slot v. blz. 303) |
377 |
De ‘Kreeftsgewijze’ vooruitgang der hedendaagsche Vertalers |
391 |
Het verslag van het tijdelijk Ministerie (13 Nov.) |
454 |
Over Kiezers en Verkiezingen.
Aphorismen en meditatiën van een soi-disant Vaderlander |
467 |
Een paar woorden van dankbetuiging aan ‘de Fakkel’ |
471 |