Letterkunde.
Een woord tot inleiding.
Wij vervullen heden een aangenamen pligt, door den lezers van den Tijdspiegel een beeld des tijds aan te bieden, naar het leven genomen, en zoo warm op het doek (het papier) gebragt. - Aller oogen zijn naar de stad en het land der beweging gerigt, ook de oogen onzer welwillende lezers, en de getrouwe afbeelding van een der Koryfeën, Lamartine (het woordeke de is reeds in het water gevallen, met zoo veel meer, dat echter wel eens weder kon bovendrijven), Lamartine is de held van den dag. - Het portret dat hier volgt is afkomstig van een zijner beroemde tijdgenooten, van een dier mannen, die thans mede aan het hoofd der beweging staan, en wiens naam niet onbekend is in de letterkundige en staatkundige annalen van Frankrijk. Ja, dat zult ge ten minste moeten bekennen, gij, die gaarne een blik werpt in onzen Tijdspiegel, warm, levendig, krachtig is hier het koloriet opgelegd, echt Fransch, maar toch echt innig. De schilder penseelt met breede trekken. Hij portretteert als een Gudin - daarom gelooven wij met de aanbieding van dit borstbeeld des grooten dichters en redenaars, aan de eischen van den tijd te voldoen, en wenschen in volgende afleveringen, van dezelfde hand, de even naïve, vrijmoedige en gespierde voorstellingen van de heeren Thiers, Guizot, Odilon Barrot, Arago, en anderen te laten volgen. Zeer waarschijnlijk zullen onze gerespecteerde lezers den naam van onzen auteur, die thans mede te Parijs - ageert - willen weten. 't Doet ons om hunnentwil van harte leed dat wij genoodzaakt zijn dien wensch vooreerst te verijdelen; want, onze lieve broeders, die mede voor den Tijd, en door den Tijd, aan Tijdschriften arbeiden, zouden welligt, uit groote genegenheid onswaarts, den berigtgever en schilder evenzoo spoedig aan hun publiek presenteeren, als wij dit deden, nadat we het voorregt hadden met hem eene letterkundige kennis aan te knoopen. - Wij kunnen het hun echter niet verbieden, om te
zoeken, of ze hier of daar het atelier van onzen Franschen schilder kunnen binnendringen - dàt staat hun vrij. - Liefst bleven wij daar alléén de baas, totdat de overige portretten afgewerkt en afgeleverd zijn, dan zullen wij zeer gaarne, als een opregt Christenmensch, den man en het paard, gelijk men zegt, noemen. - Men vergete eindelijk niet, dat het een moeijelijk, ja, een zeer moeijelijk werk is geweest, om dergelijke oorspronkelijke portretten in verstaanbaar Hollandsch te copiëeren; wij deden wat wij konden, en