gewenscht; zeker dat het voorloopige bewind bij meer dan één blijk van goeden wil, doorzigt en energie, reeds stappen heeft gedaan, welke ons met bezorgdheid doen vragen, of het wel krachts genoeg bezit om de togten te breidelen en den stroom te leiden; zeker, dat in de beloften, aan de natie onder den eersten indruk van het oogenblik gedaan, bij veel welmeenends veel onbedachts en onuitvoerlijks was; zeker is het, dat verdeeldheid in den boezem der provisoire regering wel kan betreurd, maar niet geloochend worden; zeker, dat communistische begoochelingen menig hoofd doen duizelen; zeker, dat in vele clubs de geestdrift tot opgewondenheid stijgt, en de opgewondenheid tot razernij kan overslaan; zeker, dat een enkele vonk de opgehoopte brandstof kan doen ontvlammen, de eerzucht der grande nation prikkelen, hare gevaarlijke sympathie voor verdrukten of verdrukt gewaanden opwekken, en tot bloedige pogingen, om het rijk van vrijheid, gelijkheid en broederschap uit te breiden, kan aanstoken.
Maar wat wagen wij in de toekomst te lezen, nu, nú reeds heden is, wat nog verre toekomst werd gewaand? Een blik op dezen oogenblik is immers al wat wij mogen wagen?
De schok, die den Julijtroon deed omtuimelen, doet zich gevoelen door geheel Europa; met een zeker voorgevoel, 't welk, zoo al bij den enkelen mensch, toch bij natiën niet altijd geloochend kan worden, schijnen de volken gewacht te hebben op dezen schok, om hunne ligte of zware ketens te doen schudden, dat paleisbewoners sidderden en verbleekten. Geheel het vasteland van Europa (en slaat ook Engeland niet een' bezorgden blik op het vertreden Ierland?) weêrgalmt van den kreet: hervorming, vrijheid. De vervulling van oude beloften wordt geëischt, het afleggen van nieuwe gevorderd met onweêrstaanbare magt; vroegere waarborgen worden versterkt, op het geven van nieuwe aangedrongen met eene drift, die van geen uitstel weet. Italië was reeds in vuur, de Belgische Regering kwam met concessiën te gemoet, Pruissen's koning sprak weder veel, maar gaf ook toe onder het spreken, en Oostenrijk!... Metternich is gevallen, Oostenrijk, de type van het behoud, slaat den weg der hervorming in. Wie vroeger aan de hoven niet werden geduld, bekleeden er nu den eersten rang, de proscripti van gisteren nemen heden de plaatsen der consules in.
Gedankt zij de Hemel, dat de staatslieden thans toonen, dat de staatswijsheid meer is dan een ijdele klank, dat de vorsten den dreigenden, neen, reeds loeijenden storm trachten te bezweren, en eeuwenoude ketens verbreken en menig zwaar juk nemen van al te diep gedrukte schouders! Zoo ééne, dan is dit de ware kunst, om hunne troonen te beveiligen tegen den stortvloed der omwenteling, zoo iets, dan is liefde het eenige, dat de volken kan bewegen om een' ringmuur te sluiten rondom den troon, en den constitutionelen regeringsvorm, de beste welligt, voor onze eeuw althans, tot eene waarheid te maken.
Ook Willem van Oranje heeft het gevoeld, en afgeschud de kluisters, die hem ketenden aan de vijanden des volks: de verbondenen der Jezuïeten zijn gevallen, het behoud, dat ten verderve voeren moest, verworpen, en de stille, maar bange, bange zucht is vervangen door den juichtoon van een dankbaar volk, dat de banden met het vorstenhuis op nieuw heeft toegehaald. Wat van de nieuwe regering zij te wachten? Veel