Tijd en Mens. Tijdschrift van de Nieuwe Generatie. Jaargang 5
(1954-1955)– [tijdschrift] Tijd en Mens– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 111]
| |
Tweelos uit het vierkantblokkwatrijn
weg van de driehoek der terzine
boven
en de eentweedrie-eentweedrie-regel en lijn
onder
gedaan met de metrische regel en reken machine
en woorden geen poesjenellen meer aan de touwtjes van de
LOGICA
geen gulden snede meer voor ingeving en rede
maar LEVEN in de onmetelijkheid van mijn vrijheid
en mijn vrede
vaarwel sonnet en ritornel
slaapwel stafrijmen en berijmde staafjes
niet langer braafjes
alleen nog luisteren
diep
in
mij
| |
[pagina 112]
| |
de brede vleugels weer te voelen
van mussche en walt whitman uit mijn jeugd
zonder de proselietenijver van claudel
maar met de narrenwijsheid van van schagen
de daverende dreunzang van verhaeren
de dronken ironie van majakofski
en de frivole capriolen van cocteau
aansluiting zoekend bij de atonalen
vergeten een kwarteeuw van talmen en van dwalen
de tijd vliegt snel misbruik hem fel
wat geeft het mij dat ik allicht
leeglied naast hoogdicht
als bel na zeepbel
vergeefs blaas
te midden van 't gedaas der dikken
en het hikken der magere hannesen
ik voeg mij bij het leger der johannesen
die trekken door de woestijn van deze tijd en van geen mens
op weg naar het beloofde land
waar niemand is geland
voorbij de kim der zekerheden
voorbij de hoogst gespannen wens
september droomt van maartse buien
een kaalkop wenst nog eens te ruien
ik ben weer vlakte toendra moeras
laat mij nog gras zijn gruis zijn grind
opstandeling verstandeling vondeling
KIND
nog kind te zijn
spelend met de woordenknikkers
kijkend wat in de buik der woordenpoppen steekt
vingerstrengelend de haren van het gras
pulkend in de neus van alle raadsels
likkend aan de confituur van de zinboterhammen
plukkend de kommakrenten uit de tekstkoekebroden
slurpend de limonade van de lucht
| |
[pagina 113]
| |
badend in de koelte van het water
strelend de ruwe bast van ouwe goeie bomen
de mensen ontwijkend die ziek zijn van boze dromen
de vogels volgend in hun zang en vlucht
zingen zonder leed zin en ziel verbinden
in een lied waar aarde en hemel als goede kameraden elkaar
wedervinden
zangzaad strooisel voor de winden
jan schepens |
|