Tijd en Mens. Tijdschrift van de Nieuwe Generatie. Jaargang 2(1950-1951)– [tijdschrift] Tijd en Mens– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 391] [p. 391] Georges Bataille Gloria in excelsis mihi In de hoogste van de hemelen roemen de engelen mij, ik hoor hun stem. Ik ben, onder de zon, dwalende mier, klein en zwart, een gerolde steen treft mij, verplettert mij, gestorven in de hemel woedt de zon, verblindt, ik schreeuw: ‘zij waagt het niet’ zij waagt. [pagina 392] [p. 392] Wie ben ik niet ‘ik’ neen neen maar de woestijn de nacht de onmetelijkheid die ik ben wat is woestijn onmetelijkheid botte nacht ijlings het niet zonder wederkeer en zonder iets te hebben geweten Dood antwoord spons druipend van zondromen duw mij dieper totdat ik niets meer weet dan deze tranen. [pagina 393] [p. 393] Ster die ben ik o dood donderster dwaze klok van mijn dood. [pagina 394] [p. 394] Gedicht niet moedig maar zacht een oor van welbehagen de stem van een lam huilt aan gene zijde ga aan gene zijde uitgedoofde toorts. [pagina 395] [p. 395] God Aan de warme hand gestorven ik gestorven gij waar is hij waar ben ik zonder lach ik ben dood dood en dood in de inkt der nachten pijl geschoten op hem. [pagina 396] [p. 396] De godheid van de lach donderafwezigheid eeuwige verten der wenende waters en ik de vrolijke vlieg en ik de afgemaaide hand ik besproei mijn lakens en was het verleden blinde ster gestorven gele hond zij is dààr zij de afschuw huilend als een ei en braakt mijn hart in de handafwezigheid ik schreeuw ik schreeuw ten hemel dat ik het niet ben die schreeuw met deze donderverscheuring ik ben het niet die sterf het is de besternde hemel de besternde hemel schreeuwt de besternde hemel weent de slaap overmeestert mij en de wereld vergeet zichzelf begraaf mij in de zon begraaf wat ik aan liefde had begraaf mijn vrouw naakt in de zon begraaf mijn kussen en mijn wit gekwijl MANIBUS DATE LILIA PLENIS gedichten van Georges Bataille vertaald door Albert Bontridder. Vorige Volgende