Tijd en Mens. Tijdschrift van de Nieuwe Generatie. Jaargang 1(1949-1950)– [tijdschrift] Tijd en Mens– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 205] [p. 205] A.-S.-J. Tessimond De man met de bolhoed IK BEN DE ONGEMERKTE, ONMERKBARE MAN: De man die op de trein vanmorgen vlak naast u gezeten was: De man waar ge doorheen keek als door vensterglas: De man die de kleur had van 't coupé, de kleur van de rijzende Morgenlijke pijperook. Ik ben de man die 't al te druk heeft met het dure leven om te leven. Te gehaast en bezorgd om te horen te voelen of te zien: De man die te gemakkelijk gehoorzaamt en te lang geduldig wacht En wiens wensen te zeldzaam zijn en veel te zacht. Ik ben de man die zij de ruggraat van de natie noemen, lk die beenderloos ben - bespeelbare snaar, plooibare klei: De Man die ze kenmerken als Klein opdat ik mij Niet op zou richten. Ik ben de rails waarop het ogenblik voorbijrent, Van vele woorden en stemmen de megaphoon: Ik ben graph, diagram, Samengesteld gezicht. Ik ben de gevoerde, de makkelijk-gevoede, 't Werktuigrek, de maar-halve-gek, De would-be-gaaf-en-gezonde, De nooit klagende, gebondene, De tot fijn stof geslepene, De golfgeschuurde kei-ronde steen-voor-een-standbeeld. Uit: ‘The Listener’. (Vertaald door Ben Cami.) Vorige Volgende