Tijd en Mens. Tijdschrift van de Nieuwe Generatie. Jaargang 1

[p. 186]

marc de kock

WEET GIJ WAAROM DE LUCHT GRIJS IS EN DE DAKEN VAAL
de lucht grijs de daken vaal
waarom geen vogel in mijn dakgoot zingt

waarom de voerman met zijn bult de dag lang drinkt
ja ganse dagen zich bedrinkt
en betty 's avonds in haar ongekreukte lakens huilt

waarom ik aan de knopen van uw kleed mijn vingers steek
mijn tanden schuur langsheen uw tandenreek?

[p. 187]

 

GIJ MENS GEKETEND AAN DIT KLEINE LEVEN

 

van orde tucht en regelmaat

 

voor wie geen uur dan dat van 't uurwerk slaat

 

gij hebt uw heer geofferd en gegeven

 

de krachten van uw lijf die tamme laat

 

die men tot offerdier der wereld heeft verheven

 

zodat ge loopt te vloeken lanngs de straat

 

 

 

gij mens die als een speeltuig zonder waarde

 

geschopt wordt onder 't zeisen van de dood

 

om daar gevierendeeld verkocht verloot

 

te worden door de meesters dezer aarde

 

heeft uw gebalde vuist in iets gebaat

 

dan dat uw neksteen mee verzwaarde

 

zodat ge loopt te vloeken langs de straat

 

 

 

en als ge dan de pijp aan mart wil geven

 

en heel die rotte boel in stukken slaan

 

wanneer ge op uw dromen als op mest gaat staan

 

en spuwen moet op heel dit hondenleven

 

dn ziet ge plots een kind een lach op het gelaat

 

en ge kunt niets dan vloekend lopen langs de straat

[p. 188]

 

EN LAAT IN AUSCHWITZ AL DE DODENPALEN STAAN

 

laat tien millioen chinezen als één dier kreperen

 

- verdomd de wereld die zo scheef moet gaan

 

en altijd lijden moet om weer opnieuw te leren -

 

dat gaat de ouwe heer in het coupé niet aan

 

hij kijkt mismoedig door de natte ruiten

 

en denkt aan 't glijden van zijn kort bestaan

 

want ieder mens hoort graag zijn eigen liedje fluiten

 

 

 

een dode mens is toch nog slechts een lijk

 

het leven is er uit - waarom nog langer klagen

 

of men zijn offer en zijn pijnen sleurt door 't slijk

 

in d' eeuwigheid moet men geen lasten dragen

 

en onrechtvaardigheid is wel een lelijk woord

 

voor wie in eer en deugd wil leven

 

maar om wat geld zijn er reeds meer vermoord

 

want elke mens wil graag zichzelf het zijne geven

 

 

 

heer Jezus laat de doden naar uw paradijzen gaan

 

wij zullen op hun leven en hun doodgaan teren

 

en voor hun graf een wierookvaatje laten staan

 

om zo ons zelf met eigen wierook te vereren

 

vergeef ons heer dit schoon en vroom gebed

 

en leg ons toch niet in de regen buiten

 

want ieder mens heeft op zijn eigen paard gewed

 

en ieder mens hoort graag zijn eigen liedje fluiten

1946-1947