Boekbesprekingen
Henriëtte van Eijk en Eduard de Nève: Aan den loopenden band. - Uitg. N.V.E.M. Querido's Uitg. Mij. Amsterdam. Ing. f 2,75; geb. f 3,50.
Ik zal al maar dadelik bekennen de vrouw boven de man te verkiezen. Ik weet trouwens niet waarom zij minder romanties zou zijn dan hij, wat het prospektus schijnt aan te duiden! Het deel van Eduard de Nève gaat inderdaad meer naar de reportage toe, maar het gaat om de duur vervelen. In zijn twaalf verhaaltjes drinken de vrouwen, ze nemen veronal, zij houden er een minnaar op na, ze brengen de helft van hun tijd zoek met maquillage, zij zijn bovendien altijd moe (nogal begrijpelik) en soms ontsnapt hem wel een elegante maar aarsdomme charge op het huwelik. Tenslotte geeft hij ons het beeld van een dichter, waar we maar niet aan geloven kunnen.
Nu zal ik niet ontkennen, dat Eduard de Nève een fijne pen heeft, dat hij raak tekent maar zijn ultra-dekadente wereldje, dat hij meestal treffend typeert, kan onze belangstelling niet wekken ook al leven ze te Parijs of aan de Franse zuiderkust zoals in ieder verhaaltje het geval is.
De talentvolle schrijver van ‘Kerels’ zal ons nog wel wat anders te vertellen hebben.
Hoewel zij het kleinste deel er van schreef interesseert ons hier Henriëtte van Eijk het meest. Zij bezit een sprankelende fantazie en een satieriese vaardigheid, die soms een heldere lachen opwekken, maar ook soms schrijnen. Ze is altijd origineel en tracht zich altijd boven het gewone te houden; iets, waar zij meestal in lukt.
De tietel is ontleend aan de grootindustriële metode der serie-fabrikatie, en is trouwens fijn-gevonden. Als bundel korte verhalen mogen we dit boek dan, bijzonder omwille van de schrijfster, gelukt noemen. Querido maakte er een handige verzorgde band van.
J.V.