De Tijdstroom. Jaargang 4(1933-1934)– [tijdschrift] Tijdstroom. Tijdschrift voor kunst en letteren, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 443] [p. 443] Vriendenhanden Karel Verbeke De avond is vroeg gevallen vandaag: De zon loopt bloedend op de bogen van een verre laan zich dood! - Nu komen weer die onzichtbare handen tot mij, die stil gaan rusten aan mijn voorhoofd; vriendenhanden zijn zij, zonder kleur, zonder kracht, maar die zacht gloeien als een langen zoen. Zij komen van zoo ver. Zij zijn het bewijs van trouw der vele goede vrienden waaraan ik denk. o Die goede, goedwillige handen der vriendschap! - En terwijl de zon daarbuiten als een laatste bloedgulp traag uitplast, is het of zij mij zeggen vrees niet, wij zijn bij u, vrees niet voor het zonlooze leven, vrees niet voor den tragen, toonloozen avond, alleen... wij zijn bij u! [pagina 444] [p. 444] Voor mij liggen mijn eigen leege handen: zij zijn vaal en donker doorgroefd, maar stillekens aan worden zij warm. Een ongekende rijkdom stroomt in ze neder. Het is de gloeiing van stil goud: het is het vuur van jong en jagend bloed, het is de warmte der genegenheid uit vele handen. o Die vriendenhanden die alleen mijn armoe vullen kunnen! Straks is de dag heel dood en sluit ik de oogen. De avond ligt nu rustig als een oud tapijt... De zon is voort. - o Vriendenhanden, als gij biddend over mij samenvouwt, dan hoor ik verre kantieken de eenzaamheid van dezen avond vullen: die eenzaamheid ook binnen mij; dan sta ik op en ben weer sterk en steek het helle blijde licht aan voor een nieuwe dag! Vorige Volgende