Plastiek
Franz Van Ranst of de eenvoud
Joost Van De Venne
Dat ik deze gevaarlike tietel heb gekozen, is noch toeval, noch louter grilligheid; ik heb die met voorbedachtheid gekozen omdat hij mij toelaten zal u terstond te zeggen wat het werk van deze jonge beeldhouwer niet is en hoè en wàt het wèl is, en meteen dat het werk van Franz Van Ranst noch tot een school, noch tot een ‘isme’ behoort.
Ik had misschien wel een andere tietel kunnen plaatsen, b.v.: Van Ranst of de vorm-zuiverheid. Maar niet zoals de eerste zou deze laatste tietel het standpunt van de beeldhouwkunstenaar tegenover het leven volledig kunnen weergeven, doch eerder de gemoedsgesteldheid van de zuivere, eenvoudige wezens, waarvan hij de uitbeelding als voorwendsel neemt tot het uitdrukken van zijn eigen innerlik leven.
De vooruitgang van deze jonge Dendermondse beeldhouwer is werkelik merkwaardig; op een paar jaren is hij er in geslaagd van de jonge talentvolle beeldhouwer die hij was, zich op te werken, door hardnekkige arbeid en volhardende studie, tot een der beeldhouwers, die verdient in het middenpunt van de algemeene belangstelling te staan. Franz Van Ranst is een schone beeldhouwer, en een diepe, zuivere gevoeligheid spreekt ons toe uit zijn rijper werk. Deze beide hoedanigheden leven even sterk in een krachtige verhouding in dit oeuvre, en de eene overheerst de andere niet; wat trouwens geen kleine verdienste is en vooral niet zo te onderschatten, als sommigen dit wel zouden kunnen veronderstellen.
Men zal begrijpen dat, wanneer de beeldhouwer zijn kunst beperkt tot het omscheppen-tot-schoonheid (dit is: het louter omscheppen van een beeld dat hij uit het leven, de werkelikheid, op zijn net-vlies ontving) het uiterst moeilik en bovendien onbezonnen lijkt de kunstenaar van de vakman te onderscheiden. Vooral wanneer het beeld dat hij boetseert iets is dat u kan be-