De heer W.v.d.A. acht de waarde van een gedicht, (overigens ten onrechte), afhankelijk van het nieuwigheidsgehalte. Doch bij het toepassen van dat criterium zal het subjectieve element weer een groote rol spelen. Immers wat voor den eene nog nieuw is zal voor den andere reeds oud zijn. Gezelle's natuurpoëzie b.v. werd in Vlaanderen lang voor nieuw gehouden omdat men de Engelsche dichters die zijn smaak gevormd hadden niet kende. Toen A. Verwey's ‘Van de Liefde die Vriendschap heet’ verscheen, beschouwde men die poëzie in Nederland als nieuw omdat men niet wist hoeveel Verwey aan Shakespeare's sonnetten ontleend had. In 1920 was het expressionisme nieuw in Vlaanderen terwijl het in Duitschland reeds verviel. En verondersteld zelfs dat iets absoluut nieuw kon zijn en dat altijd door volstrekt nieuwe dingen ontstonden die huns gelijke nog nergens in den loop der tijden gehad hadden, ook dan ware het subjectieve element in de waardebepaling van een gedicht niet uit te schakelen. Immers het oordeel over de hoedanigheid, over de waarde van dat nieuwe zal door den subjectieven indruk van den lezer of hoorder mee bepaald worden. Want dat nieuwe zal toch niet alleen min of meer nieuw, maar ook min of meer waardevol zijn als kunst, hetgene wederom op subjectieve wijze zal moeten waargenomen worden.
Anderen weer zeggen: de waarde van een gedicht wordt door de levensintensiteit bepaald. Dit is vooreerst een geheel verkeerd denkbeeld. Het is een willekeurige eisch te verlangen dat een dichter zijn gedichten met intensief leven voedt. Die eenzijdige opvatting als zou het in poëzie vooral op intensiteit aankomen heeft overigens in de laatste decennia voor gevolg gehad: een onevenwichtige, onnatuurlijke poëzie (of wat men poëzie noemt). Waar die noodig gewaande intensiteit in den dichter niet voorhanden was, heeft hij ze immers kunstmatig willen verwekken of ze althans willen voorgoochelen. Aldus ontstond er een valsch, onmogelijk, grijnzend en stuiptrekkend paroxysme waarop het vers van Byron toepasselijk is.
This is convulsion and not healthful life.
Veel waarachtige gedichten zijn niet uit intensief leven ontstaan en weerspiegelen ook geen intensief leven. Het werkelijk leven - al of niet verhevigd - kan weliswaar een dichter bezielen doch