- zelfs in de keuze van het beroemd-geworden epigraaf: les extrêmes se touchent. Zo ook de antologie van Giraudoux, doordat ze werd samengesteld, als een film geordend, door de fijnzinnige René Lalou. Maar de antologie van J. & J. Tharaud is geen antologie.
Het is een verzameling van geschiedenissen, - echte, zoals de tietel het aanduidt. Het is best mogelik dat deze geschiedenissen reeds werden gepubliseerd in andere werken, of tijdschriften, maar dat is van minder belang. Gelijk ze nu zijn opgenomen in dit boek, vormen ze een geheel, elke geschiedenis op zichzelf. Dit vooral is belangrijk, dat deze geschiedenissen ons het best een gedacht geven van het groot talent der twee gebroeders. Het is een mierakel, het is een buitenkans, als ge wilt, maar dit wil nog niet zeggen dat het hier gaat om ‘morceaux choisis’.
De grote gaven zullen we het sterkst terug vinden bij het begin van het boek: ‘les trois promenades’! met Barrés, met Péguy, met Lyautey. Dit zijn geen fragmenten uit de drie gekende werken MES ANNEES CHEZ BARRES; NOTRE CHER PEGUY; of LES SEIGNEURS DE L'ATLAS, het zijn opstellen van een gans andere aard. Werken als deze over Barrès, Péguy, staan volop in de beweging; de tijd, de omstandigheden spelen er hun rol; de mens, evenals zijn getuigenissen, ondergaat de gedurige veranderingen van het leven; er is een avontuur, het menselik avontuur.
In deze verhalen echter staan we voor drie portretten. Ieder verhaal is bijna als de samenvatting van het groot werk waaruit het is geboren, zoals de herinnering is als de samenvatting van het voorbije. Zelfs wanneer deze zinnen niet werden overgenomen uit hetzelfde hoofdstuk dan nog zouden ze de zelfde zinnen zijn; alleen de atmosfeer verschilt. In de grote werken leren wij de personen kennen als strijdende figuren, in de verhalen zien we ze rustiger, inniger. Men zou het bijna kunnen vergelijken aan een La Bruyère die het leven der Balzac-typen tekent in een paar bladzijden. De Tharaud's hebben zich meer gekonsentreerd, en hierdoor komt het misschien dat ik nu veel meer houd van het portret van Barrès uit ‘Les Histoires Vraies’ dan uit ‘Mes Années...’ en voor het portret van Péguy geef ik heel het boek ‘Notre Cher Péguy’ kadeau...
Dit bewijst meteen dat we hier volstrekt niet te doen hebben met een antologie. In een brief, ter inleiding van het boek, gericht aan