De Tijdstroom. Jaargang 2(1931-1932)– [tijdschrift] Tijdstroom. Tijdschrift voor kunst en letteren, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Nederduitse Poëzie Vertaald door J. Decroos. Twee gedichten van Augustin Wibbelt. Alleen Gij zit alleen en zonder moed Te klagen steen en been - Weet gij het niet, gij dwaze bloed? Gij zijt aldoor alleen. Al zit gij bij een rozenstruik Uw bruid en gij getweên; Al bruiloft gij naar 't oud gebruik, Gij zijt alleen, alleen. Ja, kijk en zoek maar wijd en zijd: Ze gaan voorbij, niet één Die met u gaat. Ge zijt altijd Met u en God alleen. [pagina 369] [p. 369] Te Nazareth in het tuintje Te Nazareth in het tuintje Daar zingt de zoete wind, Daar zit tusschen hooge leliën Het lieve, heilige kind. Het zit alleen zoo lieflijk Op het zonnige, gele zand En strengelt zacht de leliën Met zijn kleine, witte hand. Hoe blank die bloemen blinken! Men staart zich de oogen blind - Doch schooner dan de leliën Veel schooner glanst het kind. (Uit: ‘Mäten-Gaitlink’ Verlag: Fredebeul und Koenen, Essen-Ruhr) Vorige Volgende