Barend Hanke zoekt rust
Wim Witkam
Het is stil buiten. Zo stil, dat je aldoor hoort het suizen, het sneller en sterker wordende suizen, dat de lucht vult en ze doet bewegen, bewegen.
Barend Hanke houdt van stilte. Maar stilte maakt je onrustig en drijft je voort naar 't rumoerige leven. En van daar weer naar de stilte. Vice versa rumoerig leven. Een leuke kaatsbal. Barend Hanke zoekt nu de stilte niet. Hij zoekt een boek. Hij kan 't niet vinden, dus zoekt hij vloekend en heftig pijptrekkend, waar 't niet te vinden is.
Barend Hanke leest. Hij hoort niet het dreigend wordende suizen, dat de straten vult tussen de starre huizen, het suizen, dat direkt zal worden een zich op de verstarde stad storten om haar aan te grijpen en te schudden, met hevige rukken. Nietwaar, zo'n stad geeft beet. Is een dankbaar objekt voor de orkaan, die juist losbreekt en niet onderdoet in hevigheid voor de stijl van het boek van Barend Hanke, die leest.
Maar nu leest Barend Hanke niet meer. Nu trekt Barend zijn jas aan. Hij gaat de trappen af. Hij trekt de voordeur achter zich toe. Hij zit in de storm. Het boek in zijn binnenzak. Het stormt buiten en binnen.
Barend Hanke houdt van storm, massale storm. Ze geeft hem de meeste rust van alles wat zijn onrust beïnvloedt. Hij voelt zich meedrijven en sleuren langs de kreunende huizen en krakende boomtakken, tussen neerkletterende dakpannen en katten die angstig wegschieten.
En nu hoort Barend Hanke een suizen in zijn oren, dat hem met wonderlike zoetheid vervult. Hij zuigt het op in zijn hoofd, en langs zijn zenuwen voelt hij het trillen, het hele lichaam door. Het is een wonderlik bewegen, dit suizen.
Barend denkt, wat dit kan zijn. Hij denkt alleen nog aan dit meesleepende suizen. Het geeft hem rust, koele zekere rust. En rust verlangt Barend Hanke. Hij laat zich meedrijven op de storm. Hij merkt