Hoe werkt nu de schrijver? Eerst geeft hij het fragment of het gedicht, daarop volgt een nota over de inhoud, de techniek, en de literaire waarde van het stuk. Maar het grootste deel der belering is voorbehouden aan de vragen. Het gaat er meest om de stijlbizonderheden, het gebruik der woorden, en de psychologie der personen in haar verband met de woordkeuze. Het verstandelike wegcijferen en geheel het begrijpen overlaten aan de intuïtie van de leerling is natuurlijk verkeerd. En is er niet alleen het begrijpen, maar de stijlvorming, die verstandelike kontrool veronderstelt. Als het gepaste vragen zijn, zijn die best op hun plaats en dat is hier het geval. Alles saamgenomen: een verrassendmooi schoolboek!
Zoals we reeds zegden beperkt ‘Gedichten lezen’ zich tot poëzie. De schrijver noemt het boek: stylistiese leesoefeningen. Men kan de leerlingen zelf aan 't werk zetten om te antwoorden op de gestelde vragen. Ook voor een eksamen kan hier best gekozen. En tenslotte kan de leeraar het boek ook gebruiken voor kontrool over de vorderingen der studenten en voor steloefeningen. In de inleiding, die beide deeltjes voorafgaat, vindt de leeraar trouwens voldoende aanwijzingen voor het gebruik.
Als de schrijver zegt, dat ‘Gedichten lezen’ verondersteld wordt te bestaan neven bloemlezingen en verzenbundels (ja, ook verzenbundels!) dan kan dat feitelik van de drie hier behandelde werken gezegd. En die auteur heeft het goed voor, waar hij zegt: de leesles is de beste taalles, maar iedere leesles moet niet een taalles zijn.
Nu kan er getwist over de gekozen gedichten. De redenen door van den Ent opgegeven, om het werk der ‘nieuwste’ dichters te weren (als gaande boven de bevatting en liggend buiten het gevoelsleven van de meeste leerlingen) kunnen ons inziens niet gelden, zeker niet in die algemene vorm gesteld, en we geloven dat b.v. Marsman of Moens meer aantrekkelikheid zullen hebben voor de studenten dan b.v. Constantijn Huygens of Staring, die Cats navolgt. Gezelle ontmoetten we in de drie werken, al begrijpen we voor hem niet de keuze in ‘Gedichten lezen’. In 't algemeen mag men zeggen dat de keuze der gedichten beter kon, en soms afwijkt tot buiten het gezichtspunt van de auteur, dat is: een geestig verhaal, een les van levenswijsheid, een schone gedachte