De Tijdstroom. Jaargang 2(1931-1932)– [tijdschrift] Tijdstroom. Tijdschrift voor kunst en letteren, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 75] [p. 75] De glans van wat zon Albe De glans van wat zon op z'n dode gelaat en de ernst van z'n leven was z'n laatste ornaat. Ik sloot met mededogen z'n uitgevlamde ogen. op d'horizon die hij nooit bereiken kon. Z'n voorhoofd schoon en groot, schoon en groter in de dood lag lusied zoals z'n geest en leven hel en ongeschonden zijn gebleven. De toon der zon op z'n open gelaat was de glans van goud aan duizend karaat. Vorige Volgende