De Tijdstroom. Jaargang 2(1931-1932)– [tijdschrift] Tijdstroom. Tijdschrift voor kunst en letteren, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 24] [p. 24] In Memoriam K. Van de Woestijne Aug. Van Boeckxel Het is geworden 't uur dat over duin en zee de vrede van den avond daalt, wijl alles wordt heel stil, wijl alles bidt vroom mêe snet 't sterrenheir dat aan den hemel straalt. Geen golfslag nu zonder gedoopt te zijn in 't rag-fijn zilverlicht der maan: thans wordt geheel de zee gelijk een avond-plein waarover englen-vlerken vreugde-kleppend slaan... En dit bedied heeft hij bevroeden mogen dat dees is groot wie in zichzelf ontdekt den weg ter poort, met heimenis omtogen, alwaar Een wacht, die ééns hem heeft gewekt. Toen hij dan ging, spijts 't nachtelijke duister was hij van binnen als geheel verlicht: hij had verstaan hoe 's menschen ware luister het opgaan is naar d'Oorsprong van het Licht. Vorige Volgende