L.S.
Nu ‘de Tijdstroom’ weldra zijn tweden jaargang inzetten zal, houden wij er aan het volgende onder uwe aandacht te brengen.
Wij zetten onze taak: de levende gedachte tot levende schoonheid uit te bouwen, met dezelfde jonge moed en met dezelfde overtuiging voort.
Door persoonlike tucht, door koncentrasie naar beleving en naar vorm, zoeken wij die schoonheid te benaderen, die slechts wortelt in het leven zelf.
Dat een nieuwe jeugd met troebel-watervissers zou hebben af te rekenen, heeft ons niet verwonderd. Dat de ‘hopeloze’ hamerslagen van kleinzielige scribenten een blij geluid hebben verwekt, kon onze beweging slechts vooruit helpen. Wij blijven weren, wat een ledig spel, een te kort aan leven beteekent.
Al weten wij dat deze eerste jaargang niets meer dan een orientering was, wij zijn er van overtuigd dat het jonge Vlaanderen zich rond ‘De Tijdstroom’ heeft geschaard. Aan ons nu de taak, de verborgen krachten die deze nieuwe jeugd bezielt, tot schoonheid op te wekken.
Niet alleen uiterlik zal ‘de Tijdstroom’ een handiger en sierliker uitzicht krijgen. Naast oorspronkelike bijdragen zullen wij steeds aandacht blijven schenken aan de meest aktuele uitingen van de geest, zo in Vlaanderen als in het buitenland. Een spesiaal Duitslandnummer, onder leiding van de jonge Duitse dichter Gottfried Hasenkamp zal naast een Frankrijknummer, onder leiding van P. Bourgeois, uitsluitend aan de jongste poëzie zijn gewijd. Daarnaast hoopt ‘De Tijdstroom’ een blijde hulde te brengen aan Jan van Ruusbroeck die in Desember door heel Vlaanderen zal worden herdacht.
Met een woord van dank aan de grote schaar van jonge medewerkers, en aan allen die ons hebben gesteund, beginnen wij met vernieuwden moed deze twede jaargang.
DE REDACSIE.