De Tijdstroom. Jaargang 1(1930-1931)– [tijdschrift] Tijdstroom. Tijdschrift voor kunst en letteren, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 336] [p. 336] Gedicht Huib. Aerts Meesters van het gedacht toeven wij laag bij de aarde, en hooren geen ander lied dan de slag van ons bloed. Zoo noemen wij alle ding een wonderbaarlijk raadsel en schouwen verdwaasd naar den sterrenbloei. Wij dringen nimmer door tot de ziel der wezens, stamelen ontroerd voor hun mooi gelaat... Ontwakend uit den roes van dit bedwelmend leven, bemerken wij ontsteld hoe alle beeld vergaat. Weergalm van eindeloosheid blijft ons bestaan doorruischen, lijk in een holle schelp het lied der zee... Wij hijschen vlug het zeil, maar onze sloepen schuiven, doelloos en traag, met de golving mee. Vorige Volgende