W.L. Van Leeuwen. ‘De nederlandsche dichtkunst sinds 1880’. Wolters, Groningen, Den Haag. Ing. 3.50 Fl. Geb. 3,90 Fl.
Buiten onze schuld komt de bespreking van dit werk wat laat. Om de uitgebreide bloemlezing die het brengt en om de keuze der stukken ook, heeft het als schoolboek misschien zijn weergade niet. De samensteller heeft wel gedaan met onze beste poëziekenners zelfs merendeels aan het woord te laten, daar zijn eigen inzicht in het wezen der dichtkunst wel enigszins vertroebeld wordt door het uitzonderlike belang dat hij aan de vormgeving hecht. Men kan altijd klagen over het wel of niet plaatsen van zekere schrijvers of gedichten, maar dH. Van Leeuwen zou zelf moeten inzien, dat het onvergevelik is een plaats te ruimen voor de dichters Uyldert of Van Suchtelen als hij belangrijke figuren als Van Langendonck of Van Ostayen niet opneemt.
A.D.