| |
| |
| |
Aantekeningen
De Vampier van Dusseldorf.
De graphologen, die de geschreven dokumenten van Kurten, de vampier van Dusseldorf hebben onderzocht bevonden dat deze moordenaar steeds een zeer natuurlike poëtiese taal schreef. Het briefje dat Kurten aan ‘La Liberté’ zond om aan te duiden waar Maria Hahn begraven lag luidde als volgt:
Dans la forêt de Pependelle
A deux mètres de profondeur,
Et sous le signe d'une Croix,
| |
Individualisme?!?
De franse schrijver Georges Duhamel komt in Frankrijk op voor het stichten van ‘een Rijk der stilte’. Hij verzoekt de regeering daarvoor een gebied van circa 40.000 Ha. ter beschikking te stellen. Dit gebied zou dan ontzegd worden aan alle soorten van geruchtmakende voertuigen, mekaniese muziektoestellen, radio's, fabrieken en werkhuizen.
Men zou er de stilte genieten in haar meest absoluten zin.
* * *
De Sikkel kondigt de uitgave van de twede bundel ‘Kritiek en Beschouwing’ (Gezellebundel) van Urb. van de Voorde aan.
Dit werk werd, samen met ‘Erik’ van G. Walschap, met den Eeuwfeestprijs bekroond.
* * *
Het, uit de roman van Dostoïevskij getrokken toneelstuk: De Gebroeders Karamazoff, werd in Rusland als reaktionair veroordeeld en de opvoering ervan verboden.
* * *
Errata: Blz. 265, 2e kolom onderaan, men leze heb gebeden i.p.v. gebed, als i.p.v. asl.
Blz. 276, 2e kolom, 6e regel onderaan, men leze inadekwaat i.p.v. inodekwaat.
| |
Een tragi-komies verweer.
Naar aanleiding van M. Gijsen's ‘De Tragi-komiese toestand onzer tijdschriften’, het volgende uit het tragi-komiese verweer van Jong Dietschland: Het is best niet alles aan 't klokzeel te hangen om toch maar van schuld vrij te worden. Wij willen ook niet de zelfverdediging schrijven waartoe U ons feitelik gedwongen hebt. Al vinden we 't een beetje roekeloos over de mogelikheden eener redaksie te oordeelen, zonder haar feitelijken toestand te kennen en haar verantwoordelijkheid te stellen over omstandigheden die niet door haar geschapen zijn.’
Duideliker kan het niet!
| |
De dichtkunst onder de Sovjets.
Sinds de Sovjetstaat is gegrondvest, wordt er over geklaagd, dat de kunstenaars, de dichters en in het algemeen de intellectueelen geen gelijken tred hebben gehouden met de ontwikkeling van het bolsjewisme. Hun wordt verweten, dat zij nog steeds zitten vastgeroest in den kleinburgerlijken gedachtengang. Zeer kenschetsend in dit opzicht is een artikel in het Communistische jeugdorgaan: ‘Komsomols kaja Prawda’. Hierin wordt de dichtkunst behandeld alsof het een handelsartikel is of een probleem van sociaal-politieken aard. Daarin wordt van de dichtkunst bolsjewistische inspiratie geëischt. De schrijver maakt er de dichters een verwijt van, dat zij zich niet hebben weten los te maken van individualisme en aesthetica. Dit overblijfsel der burgerlijkheid moet verdwijnen. Hij stelt voor, dat de dichters zullen moeten bezigen: de industrialisatie en het vijfjaren-plan.
| |
| |
| |
Eugène Isaye.
Te Brussel overleed op 73 jarige ouderdom de wereldberoemde violist Eugène Isaye. Hij werd geboren te Luik in 1858. Na zijn studie te hebben aangevangen in het konservatorium aldaar, trok hij naar Brussel en volmaakte zich onder de meesterlike leiding van beroemdheden als Wieniaski en Vieuxtemps. Van hen nam hij die vonk van genie over, die hij gedurende zijn lange loopbaan heeft weten doen stralen over schier de geheele beschaafde wereld. Jan Hadermann merkt daarbij aan:
Als kunstpersoonlijkheid, staat Eugène Isaye op een verheven vlak. Niet alleen zijn virtuositeit en zijn diepte van gevoel, als instrumentist, maar zijn bijdragen tot de bevordering van de viooltechniek, vooral wat betreft het scheppen van polyfonische muziek op dit snaartuig, maken hem tot een vooraanstaande figuur in de muziekwereld. Als orkestmeester was hij steeds een pionier voor eigen kunst. Vooral Cesar Franck vond in hem een vurig verdediger.
Maar ook de Vlaamsche kunst genoot zijn volle aandacht en meer dan een Isaye-koncert was een gelegenheid, - zoo zeldzaam te Brussel! - om Vlaamsche muziek te beluisteren of een Vlaamsch kapelmeester aan de beurt te zien. Komende van een Waal, diende dit gebaar des te meer op prijs gesteld. De jongste Vlaamsche uitvoering van de negende symfonie van Beethoven was een bewijs te meer van deze breede opvatting der muzikale roeping.
| |
De Nobelprijs.
Dit jaar, zou de Nobelprijs, voor ieder laureaat de som van 1 millioen 640.000 frank bedragen.
| |
Hoe anderen dichten.
Ons aller raadgever op het gebied van proza en poëzie, is natuurlik ook een voornaam dichter.
Men gelieve even het dramaties sprookje in verzen ‘Ridder Arnold’ open te slaan. Willem Putman getuigde eertijds: Wat hier vooral hindert is de slordigheid der taal en het weinig-schitterende der verzen.
Luister naar volgend bloempje uit het slotkoor:
Afscheid doet de zielen wee,
Blijdschap brengt ook treurnis mee,
Treurnis mee! Treurnis mee!
Waaraan Willem Putman welvoeglik toevoegde:
Détrompez-vous, cher lecteur: deze oorspronkelike smaak, deze schitterende poëzie vindt ge bij Ernest van der Hallen, de leider der Kunst- en Letterenrubriek van Jong-Dietsland.
| |
Toneel-notisie.
Uit ‘Balans’ de volgende wenk van Henrik Scholte:
Ik meen, dat er voor onze jonge acteurs, voor onze jonge regisseurs, slechts één weg open staat. En dat is, dat zij zich, juist binnen hun gezelschappen, aaneensluiten tot een soort studio's, die althans eenige malen in het jaar, op extra-matinées, met desnoods primitieve hulpmiddelen, opvoeringen trachten te geven, die op den tragen gang van het ‘officieele’ tooneel vooruitloopen en nimmer-aangedurfde stukken, experimenteele regie, experimenteel ‘tooneel’ in den besten zin kunnen propageeren, tot voordeel van hunzelf, van het daarvoor ontvankelijke deel van het publiek en daardoor, uiteindelijk, ten voordeele van het aan zoovele obstakels en vicieuze cirkels gebonden beroepstooneel in Nederland.
* * *
In ‘Les nouvelles dissociations’ van Remy de Gourmont, vindt men de volgende
| |
| |
uitdrukkingen om de jongste literaire beweging te karakterizeren: nigauderies, sot brute, une bête, un chien qui flaire un paquet d'excréments...’
Ge ziet, Vlaanderen is nog 'n gezegend land...
| |
Een standpunt?
In het, door het ‘Kompas’ verspreide bundeltje, ter bevordering van beter kennis onzer vlaamse auteurs, schrijft Gerard Walschap o.a. het volgende:
Ik was tot de overtuiging gekomen dat een roman niets anders is dan een verhaal, een ontdekking die nog veel simpelder is, geloof ik, dan die van Colombus met dat ei. Een roman is dus geen voorwendsel om zonsondergangen, korenvelden en westerwinden te beschrijven en nog minder om alleen maar schoon te schrijven. Behalve dat een roman een verhaal is, deed ik nog een tweede ontdekking, al even sensationeel: dat kunst geen zin heeft indien ze niet den zin van het leven zoekt. Kunst is dus geen voorwendsel om aan folklore te doen of anekdoten op te disschen. Men zegt dat kunst een herschepping van het leven is, wel wat zin heeft het, het leven te herscheppen als het daarna weer is zooals men het in werkelijkheid zelf ziet of kan zien als het namelijk geen openbaring van het leven is.
Ik zal voor die twee uitvindingen maar geen brevet aanvragen, ze zijn niet vernuftiger dan die van Mijnheer de la Palisse, maar nuttig zijn ze zeker, van de Nederlandsche letterkunde is zoo geen klein beetje verliteratureluurd, dat moet toch iedereen toegeven. Men bemerkt het trouwens nog alle dagen en, ter eere van Vlaanderen zij 't gezegd, vooral in Holland. Alleen al bij lezing wordt ge letterlijk moe van de moeite die velen zich geven om nu eens kunst voort te brengen en stijl te hebben in plaats van hun taal te gebruiken zooals ze daar, meer dan schoon genoeg, voor handen ligt, eenvoudig te zeggen wat ze te zeggen hebben en eens wat meer te denken aan het wat dan aan dien onuitstaanbaren hoe. Schoon schrijven kan tegenwoordig iedereen. De redacties van de groote bladen zitten vol van die groote prozaisten en een dansken van Josephine Baker met of zonder bananen is tegenwoordig al genoeg: 's anderendaags wordt de schrijver van ‘Ik houd van het proza’ in de punten geklopt door zes, zeven journalisten. Ja het staat tegenwoordig ‘chikker’ van niet te willen schoon schrijven en dat is ook maar goed. Want in kunst komt het aan op het diep en hartstochtelijk inwendig leven en lijden, dat een mensch iets te zeggen geeft.
| |
Ook 'n Verweer?
Uit de wereldhumor van ‘Hooger Leven’ het volgende:
Kent ge het maandblad: Kunst-Opbouwen?
Twee bladen die 't alleen niet konden houwen
en daarom samensloegen en zijn gaan trouwen!
Nomen est omen? Opbouwen heeft de Kunst verstaan
af te breken en kapot te slaan.
Als alles kapot is zal 't terug opbouwen,
pourvu que Dieu lui prête vie
maar, je tiens pour moi que c'est folie!
En verder:
Marnix Gijsen is een man steeds up to date
en, moet ik zeggen wat ieder weet,
dat hij Amerika ontdekte, vierhonderd jaar
nadat Columbus het speelde klaar?
Sindsdien wist niemand waar Gijsen verzeilde,
men vermoedde dat hij verloren ijlde
toen hij Odysseus achterna liep zekeren dag.
Maar, nu hebben we hem weer, uit is ons rouwen,
wij zagen hem verrijzen in Kunst-Opbouwen,
en na 't eerste artikel dat hij er in schreef
staat het met ‘Kunst en Opbouwen’ scheef.
|
|