De Tijdstroom. Jaargang 1(1930-1931)– [tijdschrift] Tijdstroom. Tijdschrift voor kunst en letteren, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 193] [p. 193] [De Tijdstroom 1931 nr. 7] Vers André Demedts Nog stijgen leeuweriken uit het jonge koren, en over alles schijnt dezelfde zon; dit is het land, waar ik als kind verloren, mijn eenzaamheid begon. De sterren zwermen en de vooglen zingen, en bloemen welken om te bloeien keer op keer; - er is hier niets veranderd aan de öude dingen, maar ik ben als voorheen niet meer Ik werd veel ouder, en zij zeggen ook veel wijzer, die met mijn leven zijn begaan. En 'k werd, na jaren, voor mijn eigen hard als ijzer, doch eer ik daartoe kwam, is veel in mij vergaan Maar deze kracht die groeide uit vallen en bezwijken, uit leed en eenzaamheid, heeft mij gestaald om nimmer meer te wijken vóór dat ik zal gesneuveld zijn, en van mezelf bevrijd. Vorige Volgende