Theo Bogaerts. De man die het licht stal Uitgave. ‘Standaard’ Boekhandel Brussel. Prijs: frs. 9.-
Bejaard, Hoogleeraar, die totnogtoe de wetenschap als enig levensdoel in zich droeg, wordt plots verliefd op 'n studente. Dit dankt hij aan de bekoring van ‘de nakeren schittering van 'n paar rijen tanden.’ Het meisje ontsnapt hem vóór hij zich heeft kunnen verklaren. Als vraak ontneemt hij, (nu is hij aan het hoofd van een kliniek voor oogziekten) jaren nadien, het licht uit de ogen van de enige zoon der vrouw, 't geen gebeurd is door een hipnotizerende inwerking. Op het ogenblik dat de demoniese invloed van die vermaarde doch waanzinnige (dat kan ook niet anders) dokter op de jongeling zo goed als gebroken wordt door 'n heel toevallige tussenkomst van 'n kosterszoon, en de jongeling terug ziet, zodat iedereen - en allereerst zijn ouders - jubelt om die verlossing, voelt de jongeling van her zijn wil van zich wegtrekken en werpt zich vóór een doorstormende sneltrein, wijl de exhoogleeraar zich vrij pleit: ‘Het is geen misdaad zich te wreken in een vlaag van waanzin die door de liefde over mij is gekomen.’
Velen zullen het 'n onmogelike historie betietelen, boeiend en gewaagd. De invloed welke van het werkje uitgaat doet gewis ook geen goed aan.
Ondanks 'n paar gewilde uitdrukkingen op zijn Bakelmans', zal toch niemand negeren dat de scherpe vizie van Bogaerts alsook de kernachtige uitwerking van zijn tema niet voor talent en literaire waarde zouden pleiten. Heel het boekje wordt ons voorgetoverd als een film, en op sommige plaatsen (jammer dat het niet doorhoudend is) schokken taal en stijl ons als 'n kinematografiese voorstelling voorbij.
Heel raak zijn de feiten en dinges getekend, en taal en vorm (hoewel wij moeten waarschuwen voor woorden als ombers, asters voor schaduwen en hemellichamen enz, welke eerder ontsieren) zijn veelal gevat en gegoten.
Toch zijn sommige beschrijvingen te opgestapeld en te uitgebreid, zodat zij door haar te-lang-uitgesponnen-zijn aan het geheel schaden, ook tegen het natuurlike - in wanneer o.a. de blindgehipnotizeerde over zijn leven verhaalt aan de kosterszoon, gezeten in een cirkus naast het vierkanten orkesthok, kan een aandachtig luisteraar, met 'n gevoelig medelijdend hart als hij bezit, al die cirkusnummers niet zó gedetailleerd en zo talrijk naeen opmerken.
LODE LAGASSE.