De Tijdstroom. Jaargang 1

[p. 146]

De grote droom   Roger Lammens

Is er dan niets dat mijn verlangen richten kan:
geen, Droom verhevener dan alle andere
geen waan die me nimmer verlaten kan.
en die mijn vreugde nooit in droefheid zal veranderen?

Mijn God gij hoort de roep van een gemarteld hart
dat bidden wil maar niet meer bidden kan zoals weleer
omdat het zo' veel heeft verloren in ellende en smart
en dat het dacht U nooit meer weer te vinden Heer.

Zo hevig echter steigert mijn verlangen naar een grote Droom!
ik smeek U Heer dat ik in U hem moge vinden
ik ben aan vroeger vrede en groot betrouwen tans niet meer gewoon
vergeef het mij zo ik U niet genoeg beminde.

Vers

Winterbomen in kristalen maannacht
aan bevroren vaart.

Een droom is een grote doch broze macht
die geen ontgocheling spaart.

Werp geen steen in deze broze nacht
dat de droom heel blijve tot de dag klaart.