door het mysterie dat in gansch hun geknielde houding om ontferming bidt. Met een weinig meer détails konden zij er bijna klassiek uitzien... maar hoe oneindig veel treffender zijn zij nu... in hun radeloos-droeve knieval. Zij zien er uit als bezielde
A. BIJA. Gebed.
wezens die wel verder zouden willen maar het niet kunnen, en die te denken liggen over een absolute abstraktie.
Er zijn ook - en dit is misschien nog het schoonste van al - levende menschen die elkander vol vereering omarmen, die elkander in vervoering te voet vallen... nog andere die mekaar hopeloos omhelzen, net of ze denken dat het einde van de wereld nooit komen zal. Het lijkt wel een transfiguratie van leven en liefde en droom.
Hier vooral reikt de beeldhouwer tot een skulpturale grootheid die gedragen is door een verfijnde techniek. Een lange techniek. - Men kan ze rustig langs alle zijden omdraaien: overal zijn ze geweldig en krachtig uitgehaald zonder er ook maar in 't minste banaal uit te zien. Ze geven den indruk van zeer lang bestudeerd te zijn geweest en dan in één keer in koortsige drift geboetseerd.
Hier en daar ziet men nog studies: raadselachtig denkende vrouwen... een politieker die in 't vuur van zijn rede afgeloerd werd, en zoo meer.
Men moet van de Vlaamsche Club naar het atelier gaan van Bija, in het hartje van Molenbeek, om te kijken wat er daar nog allemaal staat. Als gij er onverwachts binnenkomt, vindt gij hem geheimzinnig bezig, te midden van een heele bende flaminganten. Zij maken allerhande kopergoed