Toneelkroniek
‘Het Nieuwe Volkstooneel’
‘De Ingebeelde Zieke’ van Molière.
Er lag over de vertoning van deze groteske klucht ‘De Ingebeelde Zieke’ een onbestemd heimwee, een stille vertedering, die ons, zelfs door het veerkrachtig, uiterst plezierig spel der akteurs, niet loslaten wou. Was deze ‘Ingebeelde Zieke’ niet het laatste en meest tragiese blijspel van Molière? Terwijl de auteur zelf de hoofdrol speelde, viel hij in bezwijming, om een paar uren nadien te sterven.
Ook voor Renaat Verheyen zou dit het laatste stuk zijn waardoor hij de elektriese kracht zijner fantazie, de onweerstaanbare aantrekkelikheid zijner eksperimenten jagen zou kunnen. Deze jonge zeven-en-twintige-jarige man is op het toneel in elkaar gezakt, om een paar dagen nadien te sterven.
Daarom dan dit onbestemd heimwee, deze stille vertedering.
Onze uitgemergelde Fransiskus, onze geestige Noctembuul, onze dwaze danser, onze droeve klown is gestorven.
En nu pas weten wij wat wij in hem verliezen; want nu vooral hadden wij hem nodig, nu vooral mocht hij ons niet ontvallen.
Door deze groteske klucht stroomt nog zijn geestdrift, helaas, wij zoeken ‘hem’ te vergeefs.
Op de programma's staat nog zijn naam, maar wij mogen niet langer zijn sprankelend spel genieten. Wij hebben hem naar het graf gedragen en dit laat ons niet los, terwijl wij zien naar het kleurvolle spel waaruit nog zijn geest ademt; zijn jonge gezonde geest, die ons telkens weer verrassen kwam met de meest reaktionaire gocheltoeren die wij met blijdschap aanvaardden. Hij had de spanning van het toneelspel weer onbegrensd opgevoerd. Hij bezat die kracht van het rythme, het nerveuze, veerkrachtige rythme van deze tijd en hij heeft er niet voor teruggedeinsd een cirkusklown, een koorddanser te worden.
Arme cirkusklown, magere koorddanser, rust zacht bij Sint Fransiskus.
* * *
Ik stel mij voor, dat 'n vertoning van ‘De Ingebeelde Zieke’ tussen vers-geschilderde salondekors en met kostumes van drie eeuwen geleden, mij vreselik zou hebben verveeld, al hebben die goeie snullen van toen - en met recht! - er ook zo hartelik om gelachen.
Ook wij hebben er om gelachen, want Renaat Verheyen, die hier een kolfje kreeg naar zijn hand, heeft met een sterken vasten ruk dit 17 eews burlesk-blijspel naar ons toegehaald. En dit is dan wel zijn grootste verdienste - een verdienste trouwens, waarop Johan Demeester steeds de sterkste nadruk heeft gelegd.
De Nederlandse bewerking van Renaat Grassin en de kostumes waarvoor hij de ontwerpen tekende, hebben er zeker niet weinig toe bijgedragen om deze verrassende transposisie tot een groot sukses te leiden.
De op de spits gedreven karikaturen, het altijd veerkrachtige, bijna mekaniese spel der akteurs en de kleurige inkleding van het geheel passen wonderwel bij dit potsierlik medicasterspel van Molière.
Want dit stuk eist belachelike poppen van spelers, en, om de onmogelike al te ras ontcijferde intrigues en om het satiries-burleske van het geval.
Anderzijds is het te betreuren dat het dekor - een stel van frisse blauwe en grijze doeken, trouwens handig gehangen