Huib Hoste hield woord. Materiëel heeft deze architekt heel wat tot stand gebracht, zodat hij in Vlaanderen geen onbekende meer is. Met zijn boek over ‘Wonen en Bouwen’ wil hij ook het volk voorlichten.
Uit de inleiding haken wij het volgende los, dat als een verantwoording van het werk kan beschouwd worden en dat tevens de inhoud er van aangeeft:
VAUTHIER en PREBISCH. Stads centrum in de provincie Tucuman.
‘Welke eisen mag de mens van onze tijd stellen in zake woning?
Is de gepaste woning in onze tijd degene welke men voor vijftig, honderd, vijf honderd jaar bouwde?
Moet onze woning ingericht worden volgens de eisen en de mogelikheden van nu, en er langs buiten uitzien als een van vroegere tijden?
Kan ons huis, gezien de omstandigheden, anders, wij bedoelen beter, bemeubeld worden dan vroeger?
Hoe wordt onze kollektieve woning, nl. de stad, het dorp, ten beste ingericht en geordend?’
Wie deze vragen op fatsoenlijke wijze begeert te beantwoorden, moet allereerst trachten zich een beeld te vormen van hetgene eigen is aan de tijd welke wij beleven; hetgene dus maakt dat wij niet meer in de oudheid, doch in de 20e eew leven. Wij trachten hem daartoe behulpzaam te zijn in de eerste dezer reeks opstellen.
Wat de overige opstellen betreft, zij hebben geenszins de bedoeling het aldaar aangegeven vraagstuk volledig te behandelen. Helemaal niet; al hetgene techniek betreft werd opzettelik achterwege gelaten; al wat de vakman aanbelangt -