De Tijdstroom. Jaargang 1(1930-1931)– [tijdschrift] Tijdstroom. Tijdschrift voor kunst en letteren, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 33] [p. 33] [De Tijdstroom 1930 nr. 2] Gedicht Vaarwel al kan ik u niet laten varen, ga aan mijn hart voorgoed voorbij - veel zal genezen door de tijd en veel bedaren dat nu nog rustloos kreunt in u en mij. Ik werd niet bitter toen ik veel moest breken, in mijn verzaken tans ben ik het niet. Laat ons nu gaan zonder elkaar te smeken om medelij, met elks verdriet. Laat gij het eerst mijn handen rusten, dan ben ik zekerder over mijn eigen macht Mijn God, tussen de velen die elkander afscheid kusten, waarom zijn wij zo weifelend en zo ontkracht? Ik kan u schier niet laten varen en ga toch heen - ga gij toch heen; - de wereld ligt voor ons, vergetelheid en jaren, o kom, nu dapper zijn - en elk alleen. André Demedts Vorige Volgende