Kunst van Heden
Een Wereldtentoonstelling biedt gedurig gelegenheid den afgelegden weg te overschouwen. Ook in zake kunstbeweging is zoo'n gelegenheid welkom.
De bekende Antwerpsche vereeniging ‘Kunst van Heden’ heeft zich een klein zaaltje op de Tentoonstelling laten bouwen, waar nu, om de veertien dagen ongeveer, een kunstenaar van heden met zijn werk kan uitpakken. Als inlichting geven we hier de namen van de kunstenaars wier werk reeds aan de beurt kwam: Jacob Smits, Eugeen van Mieghem, Richard Baseleer, Georges Morren, Gustave De Smet, Fritz Van den Berghe, Philibert Cockx, Willem Paerels, H. Daye, Edg. Tytgat, Oleffe en Walter Vaes.
In een kronijk kon tot zelfs het feit van dergelijke tentoonstellingen verzwegen blijven, omdat er tenslotte zoo bitter weinig nieuws te zien was. Maar er is gelegenheid geweest om na te gaan welken weg er was afgelegd en welke standpunten er waren overwonnen.
En zoo zien we dat het beenderlooze en weeige expressionisme van De Smet, Van den Berghe, Tytgat tot het verleden behoort. Het is gebeurd zonder brutale afrekening, ja eerder met veel waardeering voor wat er aan goeds in dat werk schuilt als hervormende, vernieuwende kracht. Maar, deze tentoonstellingen gaven andermaal gelegenheid om het vast te stellen, hun werk ligt hopeloos ver achter ons. Omdat het te veel expressionistische kunst is geweest, en te weinig kunst tout court. Wij vragen meer eenvoudige en loutere schoonheid dan ons hier wordt geboden in deze experimenten die nooit tot een geheele, áffe verwezenlijking hebben geleid. En als de schoonheid weer zuiverder aanwezig zijn zal in het schilderwerk, zal het ook meer diepgang hebben, meer ontroerend gevoel en meer geestelijken inhoud. Daarheen groeit onbetwistbaar een groot deel van het werk der jongeren die, wars van alle leuzen, tot het eigen hart, den arbeid en de schoonheid zijn teruggekeerd.
FRANZ VAN BOGAERT.