De Tijdstroom. Jaargang 1(1930-1931)– [tijdschrift] Tijdstroom. Tijdschrift voor kunst en letteren, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Vers Ik heb zo zwaar een pijn gedragen onder het bloeien van de laatste lent', ik heb zo bang geteld de dagen, naar iedre morgen me zo schuw gewend. 't Beeld van mijn dode vader vaarde zo trouw je tranen en je kussen door, dat, nu de diepste pijn bedaarde, ik de eerste toon van 't lied nog hoor. Hoe moet ik je nog groot beminnen! Er is zoveel toch, dat nog komen moet: dit is nog maar een traag beginnen, een wankle tast van ongewende voet. O laat me niet alleen in mijn geloven! niet zonder vrucht vroegen we Gods getuigenis over ons leven. Wat soms de uren roven is slechts de weerklank dier belijdenis. Jan VERCAMMEN. Vorige Volgende