ferentiepunten waarmee wij in onze ‘age of reason’ de loop der gebeurtenissen interpreteren en structureren. In deze geschiedvisie zijn de structurerende elementen cruciale, bovennatuurlijke gebeurtenissen, zoals de drie hoofdmomenten van Schepping, Gods Menswording en Laatste Oordeel. Met behulp van bronnen en vormgevingsprincipes uit de literaire traditie van zijn tijd ontvouwt Boendale tussen deze kernmomenten een groots universeel-historisch panorama: het toont hoe de verlossing van de mensheid loopt van Adam over Christus en de heilige Roomse Kerk, tot Gods eeuwige rijk na het Laatste Oordeel. In dit heilshistorische kader krijgt het menselijk bestaan betekenis en doelgerichtheid en wordt het geloofsleven verankerd.
Deze omvattende eenheid lijkt op het eerste gezicht niet bestand tegen de verbrokkeling van tussengevlochten religieuze en wereldlijke didactische passages. Debet daaraan is beslist niet de tekstselectie van de uitgave. Zo'n opvatting weerspiegelt vooral de hedendaagse tegenstelling tussen geschiedschrijving en didactiek. In Boendales middeleeuwse denkwereld is de essentie van de gang van de tijd nog nauw verbonden met een spiegelfunctie: deze toont gewenst of verwerpelijk gedrag, in het licht van het geschetste heilshistorische perspectief, of analoog, in wereldlijke optiek. De combinatie van een universeel-historisch perspectief en didactischmoraliserende beschouwingen vormt hier dan ook een wezenlijk cultuurkenmerk. Zij is de basis van een pragmatische ethiek voor een evenwichtig leven in harmonie met God én samenleving. Daarbij is Boendale duidelijk gericht op de profane maatschappij met een opvallende aandacht voor bovenlagen en bestuurselite. Ook in dit verband heeft Boendale zijn historische ordeningsprincipe gehandhaafd door de adviezen voor het toenmalige heden inzake maatschappelijk en sociaal gedrag, vooral te groeperen in een derde boek, tussen de beschrijving van het verleden en de toekomstige eindtijd in.
Behalve de inhoudelijke relevantie etaleert deze uitgave in de Griffioen-reeks nog een andere meerwaarde. Ontdaan van de vervreemding, eigen aan de taal en stijl van historische teksten, krijgt het vertolkte gedachtegoed opnieuw de verfrissende directheid en bevattelijkheid, waarmee het zich destijds aanbood aan de middeleeuwse taalgebruiker. Modern Nederlandse hertalingen dienen daardoor meer dan een louter vulgariserend belang.
Dirk Kinable