Signalementen
Wat doen de buren?: de medioneerlandistiek en de bestudering van middeleeuwse literatuur in het buitenland / W.P. Gerritsen. - Utrecht: Universiteit Utrecht, Faculteit der Letteren, 2000. - 32 p.; 21 cm Opl. van 500 genummerde ex. - Afscheidsrede Universiteit Utrecht.
ISBN 90-73446-99-6 Prijs: ƒ 7,50
Hoort wonder!: opstellen voor W.P. Gerritsen bij zijn emeritaat / onder red. van Bart Besamusca, Frank Brandsma en Dieuwke van der Poel. - Hilversum: Verloren, 2000. - 192 p.: ill.; 24 cm. - (Middeleeuwse studies en bronnen, ISSN 0929-9726; dl. 70)
ISBN 90-6550-614-4 Prijs: ƒ 44,07
‘Met tranen scieden si ende met wene’, zo verwoordt Maerlant in de Spiegel historiael het afscheid tussen de helden Amijs en Amelis. Dat deze woorden ook van toepassing zijn op het emeritaat van prof. dr. Gerritsen zal elke mediëvist onmiddellijk beamen. Op 6 september 2000 nam de universitaire wereld officieel afscheid van hem, maar ondanks de droevige noot werd zijn afscheid groots en feestelijk gevierd.
Traditiegetrouw verzorgde Gerritsen die dag een afscheidscollege. Hierin wees hij erop dat theoretische discussies over de grondslagen en methoden van het vak toch vooral in het buitenland gevoerd worden en zette hij de huidige medioneerlandici aan tot receptieve en actieve deelname aan deze discussies op meta-niveau. Alleen al hierom zou iedereen in het vak kennis moeten nemen van zijn afscheidsrede.
Tijdens de feestelijkheden werd ook een bundel opstellen aangeboden, Hoort Wonder! genaamd. De titel geeft het thema aan, dat zeer passend gekozen is: verwondering. Verwondering, omdat- zoals de redactie aangeeft in het woord vooraf - dat de persoonlijke drijfveer van Gerritsen is bij de bestudering van de Middeleeuwen en de Middelnederlandse letterkunde. Zesentwintig Nederlandse medioneerlandici hebben een relatief korte bijdrage aan deze bundel geleverd, waarbij allen hun persoonlijke verwondering bij de bestudering van de Middeleeuwen als leidraad hebben genomen. In de bundel worden onder meer liederen, raadsels, ridderromans en kronieken ten tonele gevoerd, waarbij evenwel in sommige bijdragen de verwondering duidelijker spreekt dan in anderen. Het spreekt vanzelf dat het in dit bestek niet mogelijk is om al deze artikelen voor te stellen en te bespreken. Ik beperk mij daarom tot enkele bijdragen die een indruk geven van de variatie in deze bundel.
Een mooi voorbeeld van een bijdrage waarin de verwondering op aantrekkelijke wijze wordt overgebracht is het artikel van José van Aelst. Zij brengt een pennenproef in relatie tot het associatief denken van de kopiist. Bernadette Smelik gaat in op de vraag waarom er zo weinig Ierse Arturromans zijn. Attractief is ook het artikel van Irene Spijker over het op het eerste gezicht dubieuze gedrag van de held Renout van Montalbaen ten opzichte van zijn vrouw Claradijs. Clara Strijbosch stelt niet zozeer haar eigen verwondering centraal, maar gaat in op de verbazing en huivering die een twaalfde-eeuws publiek moet hebben ervaren bij het vernemen van verhalen over monstervolkeren. Paul Wackers toont aan dat aan de hand van een zin van Ruusbroec het middeleeuwse wereldbeeld geanalyseerd kan worden.
Hoort wonder! bevat zo een aantal artikelen die, ondanks hun geringe omvang, aardig zijn om te lezen. De diversiteit van de bundel doet in ieder geval recht aan Gerritsens brede belangstelling voor het vak.
Saskia Bogaart