Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde. Jaargang 114
(1998)– [tijdschrift] Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 164]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
Dirk Boutkan en Maarten Kossmann
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
1. InleidingIn de loop van de late middeleeuwen onderging het Middelnederlands een aantal fonologische veranderingen. Eén van de belangrijkste hiervan was het wegvallen van sjwa op het woordeinde. In ieder geval vanaf de dertiende eeuw vindt men dialectisch in bepaalde posities gevallen van sjwa-apocope (Marynissen 1996: 408; vgl. ook Van Reenen & Van den Heuvel 1997). In het huidige Nederlandse taalgebied is sjwa nog in verschillende relictgebieden voorhanden, met name in de Saksische dialecten en in het Zuidwesten (vgl. Weijnen 1991: 108-9 en de kaart op p. 275). Ook in het gebied waar de apocope heeft plaatsgevonden zijn er bepaalde woorden en categorieën waar de auslautende sjwa bewaard is. Dit feit heeft aanleiding tot discussie gegeven. Met name van Loon (1986: 97-102, 1996: 156) heeft meerdere malen gewezen op de complicaties die deze onregelmatigheid heeft voor de neogrammatische methode. In plaats van met een blind werkende klankwet, al dan niet doorkruist door analogiewerking, lijken we met een morfologisch geconditioneerd proces te maken te hebben.Ga naar eind1 In dit artikel willen wij een bespreking geven van het probleem van de sjwa-apocope en daarbij aantonen dat een acceptabele beschrijving van dit proces binnen het neogrammatische kader mogelijk is. Wij baseren ons op het materiaal van het huidige Standaard-Nederlands (ABN). De situatie in de dialecten wordt kortheidshalve buiten beschouwing gelaten. | |||||||||||||||||||||||||||||||||
2. Het materiaalIn het ABN is sjwa meestal afgevallen, vgl.
De finale sjwa is echter in de volgende categorieën bewaard (vgl. ook van Loon 1986: 97-8, Schönfeld/Van Loey 1970: 113-4): | |||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 165]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
Uit deze vormen blijkt dat het rangtelwoord zich niet gedraagt als een bijvoeglijk naamwoord, waar men immers geen sjwa in deze positie aantreft (een wit huis).
In veel gevallen is er sprake van variatie tussen woorden met en zonder sjwa, al dan niet met specificering naar betekenis of register, bv. | |||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 166]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
3. Behoud van sjwa in de bijvoeglijke verbuigingHet behoud van sjwa in de bijvoeglijke verbuiging is slechts in beperkte mate een probleem. Er is geen reden om aan te nemen dat de wegval op woordniveau plaatsvond en niet op het niveau van de (nominale) woordgroep. De adjectiefuitgang komt nagenoeg uitsluitend in gedekte positie voor. Als we ervan uitgaan dat sjwa alleen op het einde van een nominale woordgroep is weggevallen, is het behoud ervan in de adjectiefuitgangen geen uitzondering op de regel. Er bestaan goede redenen om aan te nemen dat het woordgroepsniveau van belang is. In Zuid-Nederlandse dialecten waar het geslachtsonderscheid mannelijk - vrouwelijk bewaard is, vindt men in gedekte positie behoud van de mannelijke adjectief-uitgang -en, terwijl deze uitgang in andere gevallen altijd is verkort tot -e, bijvoorbeeld in het Tilburgs:Ga naar eind2
maar:
Het verbogen adjectief treedt ook, zij het zelden, op in niet-gedekte positie, vgl.
De auslautende sjwa moet in deze gevallen als analogisch naar de prenominale adjectieven worden beschouwd. In vormen die in familienamen versteend zijn, vindt men nog de regelmatige wegval van sjwa, bijvoorbeeld De Wit, De Groot (vgl. van Loon 1986: 97). Tot slot blijven doubletten met betekenisdifferentiatie van het type een grote schrijver - een groot schrijver over. Het is zeer wel mogelijk dat het hier historisch niet om gevallen van sjwa-deletie gaat, maar om een semantische herinterpretatie van het oude naamvalsonderscheid tussen nominatief sterk mannelijk, Mnl. groet, en accusatief sterk mannelijk, Mnl. grote (vgl. Franck 1910: 166; ook Schönfeld/Van Loey 1970: 114, 150).Ga naar eind3 Een andere categorie die meestal in prenominale positie optreedt is het rangtelwoord. Ook hier vinden we behoud van de uitgangsvocaal. | |||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 167]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
4. Behoud van sjwa in grammaticale suffixenDe sjwa is behouden in de grammaticale suffixen -de, -te (verleden tijd), -de, -te (nominale abstracta). Het gaat hier om vormen die oorspronkelijk -de of -ede luidden. In het zwakke preteritum is de oudste vorm -ede, vgl. Mnl. levede ‘leefde’, dankede ‘dankte’; latere Mnl. vormen hebben syncope en eventuele stemtoonassimilatie, vgl. leefde, dancte. De abstracta op -te en -de gaan terug op -ede, vgl. Mnl. hoghede ‘hoogte’, lenghede ‘lengte’, wijdde ‘wijdte’. De vormen op -te zijn ontstaan door stemtoonassimilatie na syncope, en later analogisch uitgebreid naar andere gevallen, vgl. lengte. Om het behoud van de sjwa in deze gevallen uit te leggen, heeft men functionele verklaringen voorgesteld. Behoud van sjwa zou noodzakelijk zijn geweest om homonymie te voorkomen. Homonymievermijding kan alleen het behoud van sjwa in het zwakke preteritum verklaren. Hier zou apocope samenval met presensvormen opleveren, vgl. maakte > **maakt. Een dergelijke verklaring is niet mogelijk in het geval van de abstracta. Er bestaat in het Nederlands immers geen enkel bezwaar tegen woorden als gewicht, gezicht, komst, etc. | |||||||||||||||||||||||||||||||||
5. Behoud van sjwa in lexemenBehalve in de grammaticale categoriën die hierboven besproken zijn, is sjwa ook in een aanzienlijke groep losse woorden bewaard, soms als doubletvorm bij een woord met apocope. Een vluchtige bestudering van de NNl. woorden met sjwa op het woordeinde - waarbij NNl. ontleningen uiteraard niet in de beschouwing betrokken worden - leert dat er enige duidelijke tendensen bestaan:
a) Bij woorden van het type korte vokaal gevolgd door een consonant en sjwa (geschreven in de Nl. spelling met een dubbele medeklinker) bestaat een neiging tot doublet-vorming, vgl. kribbe - krib. Dit neemt niet weg dat in bepaalde gevallen de vorm met apocope of die zonder apocope gegeneraliseerd is, vgl. tobbe, kudde, nek (Mnl. necke).
b) In de overige gevallen (met uitzondering van woorden die op een d eindigen) bestaat er een duidelijke neiging tot apocope van sjwa. Toch blijft er bij de meeste slotconsonanten een residu van vormen met een -e over, bijvoorbeeld.Ga naar eind4
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 168]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
Ook hier zijn veel doubletten te vinden.
c) Na de consonant d is de situatie omgekeerd aan die bij de andere consonanten. Hier is sjwa vaker behouden dan afgevallen.
Behoud van sjwa treffen we aan in de volgende gevallen:Ga naar eind5
1. na -Vd- (vgl. ook Schönfeld/Van Loey 1970: 114):
Van Loon (1986: 98) beschouwt behoud van sjwa in woorden van dit type als invloed van de schrijftaal, terwijl de spreektaal hier vormen met wegval van een intervokalische -d- gevolgd door vokaalcontractie heeft (vgl. moede - moe). Hoewel dit in veel gevallen mogelijk is, is het bij sommige woorden onwaarschijnlijk. Men denke hierbij vooral aan woorden waar de vorm met sjwa de enig mogelijke is, zoals woede en made. Ook het optreden van intervokalische -d- of een reflex daarvan in de dialecten pleit tegen de genoemde verklaring, vgl. Tilburgs maoj < maje < made.
2. na -Cd-:Ga naar eind6
Wegval van sjwa is geattesteerd in een aantal woorden, o.a.:
Daarnaast bestaan er doubletten:
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 169]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
Met uitzondering van eind en wond klinken, tenminste volgens het taalgevoel van de auteurs, de geapocopeerde vormen minder natuurlijk. | |||||||||||||||||||||||||||||||||
6. OverzichtUit de bestudering van de lexicale gevallen met behoud van sjwa blijkt dat de apocope betrekkelijk regelmatig is, met uitzondering van de positie na d. Hier vindt wegval minder vaak plaats en is juist het aantal gevallen met -e in de meerderheid. Op basis van dit gegeven kan het behoud van -e in een aantal grammatikale suffixen begrepen worden. Het gaat hier immers om suffixen die - tenminste in een belangrijk deel van hun allomorfie - de vorm -de hebben. Het behoud van de sjwa hoeft in deze gevallen dus niet functioneel verklaard te worden, maar volgt uit de algemene tendens van vocaalbehoud na d. Sjwa-behoud in de vormen op -te van het zwakke preteritum (maakte, enz.) is analoog naar de vormen op -de. In enkele gevallen waar suffigering van -te samengaat met verandering van de stam (type Mnl. brachte, dachte) is de sjwa niet hersteld. Het verlies van de slotvocaal in Mnl. hadde, NNl. had is te verklaren naar het voorbeeld van de meestal sterke hulpwerkwoorden, vgl. werd, kon. In de nominale abstracta is de geschiedenis iets ingewikkelder. Hier moet men aannemen dat de sjwa afkomstig is uit de tegenwoordig slechts lexicaal bewaarde vorm -de (vgl. vreugde, liefde). In de vormen met -te is de sjwa waarschijnlijk eerst weggevallen (bv. 16e, 17e eeuw schaamt, vgl. Schönfeld/Van Loey 1970: 235) en daarna hersteld (schaamte). Het laatste proces betrof ook gevallen waar nooit een -e op het woordeinde had gestaan zoals geboorte (Mnl. ghebort) en de Hoogduitse leenwoorden gehalte, gestalte < Gehalt, Gestalt. In de loop van de ontwikkeling van het Nieuwnederlands heeft de allomorf -te steeds meer aan ruimte gewonnen en de vorm -de grotendeels verdrongen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||
7. ConclusiesConcluderend kan men het volgende stellen:
1. sjwa-apocope vindt uitsluitend plaats aan het einde van een woordgroep. De prenominale adjectiva en de rangtelwoorden zijn derhalve van apocope uitgesloten.
2. sjwa is meestal behouden na d.
Met deze twee regels en met een aantal plausibele analogieën achteraf kan men de belangrijkste categoriën van uitzonderingen op de regels voor sjwa-apocope verklaren zonder al te ver van de basisprincipes van de neogrammatische taalkunde af te wijken.
Adres van de auteurs: Pieterskerk-Choorsteeg 7A, NL-2311 TR, Leiden | |||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 170]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
Bibliografie
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 171]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|