Signalement
Album van Insulinde: beknopte geschiedenis van de Indisch-Nederlandse literatuur / Peter van Zonneveld. - Amsterdam: Amsterdam University Press, cop. 1995. - X, 86 p.: ill.; 24 cm
ISBN 90-5356-144-7 Prijs: ƒ 29,90
In 1978 verscheen de derde druk van Rob Nieuwenhuys' Oost-Indische Spiegel, het standaardwerk over de Indisch-Nederlandse literatuur, dat overigens al weer geruime tijd is uitverkocht. Het door Peter van Zonneveld geschreven Album van Insulinde kan gezien worden als een beknopte versie van dit werk en is daarom bijzonder geschikt - en zo is het ook bedoeld - als inleiding tot de geschiedenis van deze letterkunde. Bovendien biedt het nog wat extra's. Van Zonneveld heeft in dit korte bestek een aanzienlijk aantal boeken over Nederlands-Indië/Indonesië kunnen verwerken die sinds 1978 verschenen zijn, hij heeft gebruik gemaakt van de vele boeken en artikelen die er vooral na 1980 over de Indisch-Nederlandse literatuur gepubliceerd zijn, en - nieuw in vergelijking met het werk van Rob Nieuwenhuys - hij besteedt ruime aandacht aan Indische kinderboeken.
Deze geschiedenis van de Indische literatuur is onderverdeeld in vijf hoofdstukken: de periode van de VOC (1595-1800), het eigenlijke ontstaan van de kolonie (1800-1870), de openlegging van Indië voor particuliere ondernemers (1870-1900), de bloeitijd van de koloniale samenleving (1900-1942) en tenslotte het post-koloniale tijdvak (1942-1995). Zoals uit deze indeling blijkt zijn de data niet gekozen op grond van literaire maar historische overwegingen. Die keuze valt heel goed te verdedigen, want ontwikkelingen in de Indisch-Nederlandse literatuur worden in sterkere mate bepaald door historische dan literaire gebeurtenissen: de doorbraak van de ethische politiek rond 1900 heeft meer invloed gehad dan de beweging van Tachtig.
Elk van de vijf hoofdstukken kent zoveel mogelijk dezelfde opzet: na een kort historisch overzicht worden per genre de belangrijkste auteurs en werken besproken. Die genres zijn ‘reisteksten’, ‘ander proza’ - dat kan van alles zijn, van het Amboinsch Kruid-Boek (1741-1755) tot de kampdagboeken uit de Japanse bezetting (1942-1945) -, ‘romans en verhalen’, ‘poëzie’ en ‘jeugdliteratuur’. Opmerkelijk is het ontbreken van het toneel in dit overzicht. Elk hoofdstuk eindigt met een slotbeschouwing waarin kort de opvallendste inhoudelijke kenmerken van de literatuur per periode worden besproken.
Het boekje biedt een uitstekende introductie, is onderhoudend geschreven en rijk geïllustreerd. Wie zich verder wil verdiepen in dit onderwerp vindt talrijke verwijzingen naar meer literatuur in de ‘Verantwoording’ waarmee dit Album van Insulinde besluit.
Olf Praamstra