kuit’. Het voegt daaraan vreemd genoeg alleen de citaten van Kiliaan en Van der Schueren toe (die wijzen op de betekenis ‘kuit’) en de opmerking: ‘Uit schrijvers is het woord niet opgeteekend’. Dankzij (of ondanks) Braekman kan die opmerking nu vervallen, maar daarmee is de juiste betekenis nog niet opgehelderd.
Wade, waaie is in de Nederlandse dialekten een benaming voor de knieholte in een gebied dat zich uitstrekt over de provincies Utrecht en Gelderland met een uitloper langs de Maas in noordoostelijk Noord-Brabant (Taalatlas afl. 4, krt. 4). De betekenis ‘knieholte’ is blijkens de Germaanse talen, waar de idg. wortel *u̯at steeds woorden voor ‘kuit’ oplevert, niet oorspronkelijk (Ten Cate Silfwerbrand 1958, 118). De betekenisverschuiving in de Nederlandse dialekten wordt door Heeroma (1951, 38) geplaatst in de Oudfrankische tijd. De woordenboeken van Van der Schueren en Kiliaan spreken dit tegen, maar als men hun oostelijke plaats van ontstaan (Teuthonista) dan wel hun oostelijke bronnen (Etymologicum) in aanmerking neemt, dan bevestigt deze tegenspraak eerder de huidige situatie, waarin het Duits en de Nederlandse dialekten zich ten aanzien van de betekenis van wade verschillend ontwikkeld hebben.
Toch komen op de taalkaart ‘Kuit’ (Taalatlas afl. 4, krt. 8) ook enkele waai-benamingen voor. Ze liggen verspreid in het gebied, waar voor de knieholte dezelfde benamingen voorkomen, maar het zijn beslist geen relikten. De Toelichting leert namelijk dat deze benamingen het gevolg zijn van een foute suggestie bij het verzamelen van het materiaal voor de kaart ‘Kuit’ (Daan/Meertens 1963, 36).
Tenslotte de tekst zelf van het Hattemse handschrift: (...) mer is die rude int aensicht (...) so wrift dese salf in die wayen onder tknije (...). Dit recept moet wel korrupt zijn, want in andere bronnen heb ik geen parallelplaatsen aangetroffen van deze merkwaardige niet lokale medicatie. Hoe dat ook zij, het voorzetsel in wijst de weg. We hebben hier te maken met de oudste vindplaats van wade, waaie in de betekenis ‘knieholte’.
Adres van de auteur:
P.J. Meertens-Instituut
Keizersgracht 569-571
1017 DR Amsterdam