J.C. Arens
Uit oude woordenboeken IVGa naar voetnoot*
7. Delftse bijzonderheden in Brussel 19590
Brussel 19590 (ca. 1460-1470), hierna met D aangeduid, een woordenboek zonder titel en voorwoord, stoelt vooral op het Catholicon, het latijns-latijnse woordenboek van Joannes van Genua (Ioannes Ianuensis) dat lang een schier canoniek gezag heeft genoten.
Op het trefwoord Cuias (d.i. wat voor landsman?) geeft het Catholicon (hier als regel aangehaald naar de eerste druk, Mainz 1460) de voorbeelden ‘romanus ytalicus’ en ‘de tuscia de bononia’ (Toskane, Bologna). Steden- en streeknamen plegen in woordenboeken en spraakkunsten steden- en streeknamen op te roepen. Zo vindt men in handschriften van het Catholicon aanvullingen als ‘Duitser (achter ytalicus), Bohemer, Pool (voor romanus), van Beieren (achter bononia)’ of vervangingen als ‘van Oostenrijk, van Bohemen’.Ga naar eind1
Iets dergelijks gebeurt ook wel in latijnse woordenboeken die grosso modo het Catholicon volgen, zoals dat van de karthuizer Firmin Le Ver (Parijs BN nouv. acq. fr. 1120; 1420-1440, uit de omgeving van Abbeville).Ga naar eind2 Op Cuias vult hij de voorbeelden van het Catholicon aan met ‘de francia. de anglia. Etc.’
In D luidt de vraag: ‘Wat voor landsman zijt gij?’ (es tu: op de man af; in het Catholicon betreft de vraag een derde: ‘is hij?’, est iste), en het antwoord luidt: ‘<Ik ben> de delf de hollandia vel flandria’.Ga naar eind3
Aan Dr. P.G.J. van SterkenburgGa naar eind4 danken wij een inventarisatie van de klankverschijnselen in D; hij betoogt dat D een
| |
mengtekst is waarbij (vaak ook Oost-) Brabantse en Hollandse kenmerken naast elkaar voorkomen. Er bevindt zich evenwel een aantal exclusief Hollandse verschijnselen onder...
Ondanks de duidelijke binding die er met het Brabants bestaat, acht ik het niet te gewaagd deze tekst Zuidhollands, genuanceerder nog, Delfts te noemen. Een oorspronkelijk Brabantse tekst werd door een compilator uit Delft of omgeving conform de algemene gewoonte aangepast aan het plaatselijke dialect. Het argument dat ik voor dit laatste als kroongetuige naar voren breng is het lemma cuias...
De woordenschat geeft ook alle reden om een westelijk accent aan te nemen.
Blijft met ‘een westelijk accent aan te nemen’ in de woordenschat van D het Delftse (en het Vlaamse?) niet onderbelicht? Steller dezes verstout zich een ongemeen woord uit D te lichten en het ronduit Delfts, misschien uitsluitend Delfts, te heten:
113rb Vestibulum scuddel mantel vel voorhuys.
Schuddemantel (scudde-, -mantele) is (naar MNW VII 795) de ‘Naam van een gebouwtje op het kerkhof of kerkplein te Delft’. Men vindt het getekend en benoemd op afb. 20 in De Stad Delft.Ga naar eind5
Niet alleen op Cuias, ook op Professio is het voorbeeld van het Catholicon in D aangepast aan de eigen omgeving.
Joannes van Genua geeft op allerlei trefwoorden voorbeelden, die hemzelf, zijn geboortestad, zijn kloosterorde en zijn vroegere geschriften raken. In Ianua (deur, poort, toegang) ziet hij een passende naam voor zijn machtige edele schone en rijke vaderstad, de poort van Lombardije, Toskane en de Provence. Hij voegt daar nog een beknopte autobibliografie aan toe. Het is niet de enige maal dat Joannes zijn vaderstad eert. Er is een rivier bij Genua die vanwege de twee zijrivieren Bisamnis heet (bis tweemaal, amnis rivier).
Op Siria wordt de heilige bisschop van Genua genoemd, Sirus. Ianua en Ianuensis worden in spraakkunstige voorbeelden benut of bij- of voorgeschoven. Op het voorzetsel De staat als voorbeeld petrus de ianua, op Magister als voorbeeld van een verwerpelijke samenstelling potestasianuensium; op Ostiensis is ianuensis een tweede voorbeeld, zo ook op Scola waar ianuensis in plaats van siciliensis
| |
viermaal ‘librie’;Ga naar eind11 woord en zaak lieten de vertaler kennelijk niet onverschillig. Wat het onderwijs betreft: ‘Moeder wanneer ze bakt maakt voor mij een meelkoek’ is onmiskenbaar een voorbeeld uit het leslokaal:Ga naar eind12
37rb Farinaceus
...ut mater mea quando pinsit facit mihi
libum farinacium (sic) .i. een koec van meel.
Adres van de auteur:
Louiseweg 7
6523 NA Nijmegen
|
-
voetnoot*
- ‘Uit oude woordenboeken’ I, II en III verschenen in TNTL 98 (1982), p. 273-289, resp. 100 (1984), p. 18-28 en p. 274-282.
-
eind1
- alamanus Londen BL Add. 25 722, almonus Salzburg M. II 16, boemus Budapest cod. lat. 57, polonus Kraków 1400, de bauaria clm 17402, de austria de bohemia Rome Vat. Ross. Lat. 1057, etc.
-
eind2
- Zie M. Roques, Recueil général des lexiques français du moyen âge, Paris 1938, I, II, p. XIX. Bekendheid met de nabije Nederlanden blijkt onder meer uit de trefwoorden Gandauum en Gandauensis en uit de vertalingen brebant en brabenchon op Teutonia en Teutonicus.
-
eind3
- Het is niet mogelijk aan te tonen, met de woordenboeken in de hand, wat in D van welk woordenboek is overgenomen of weggelaten, wat toegevoegd. D zelf is door twee handen geschreven, hier aangeduid met AG en FZ; zowel AG als FZ hebben de sectie fructus - grandescere geschreven. Alleen AG 44rb (niet FZ 49rb) heeft: Gafra een wafel Gafrarius wafelier. Ingevoegd door AG? weggevallen bij FZ? Cuias is ons alleen uit AG bekend. Heeft AG ‘de delf de hollandia vel flandria’ in zijn geheel overgenomen van de legger? heeft hij vooraan of achteraan wat toegevoegd? De dierbare naam van stad of gewest is gauw geschreven. Is het uitgesloten dat D geschreven is in Vlaanderen of door een Vlaming in den vreemde (zeg Delft) naar een legger met Delftse bijzonderheden?
-
eind4
-
Het Glossarium Harlemense, Diss. Nijmegen, 's-Gravenhage 1975, p. (147-)151.
-
eind5
-
De Stad Delft cultuur en maatschappij tot 1572, Stedelijk Museum Het Prinsenhof, Delft [1979]. - Er zijn in D woorden te over om bij stil te staan, als
5rb |
Amiculum sampiel (zie MNW VII 141, en De Stad Delft p. 162) |
6rb |
Angarium tryualy (zie Van St. p. 151 en 196; travalie, Kiliaan ed. 1777, p. 864) |
25vb |
Dicacitas een fobetacy (zie MNW II 830) |
77vb |
Pariscus kargier wtroper (zie MNW III 1200 Cargiever). |
-
eind6
-
Hugucio heeft op Urbs als voorbeelden Bononia (vaak Ba-) en Parma. Parma is vervangen door Capua (Parijs BN Lat. 16 217; ibd. 7623; Padua, Bibl. d.s. Antonio 1; Rome Vat. Arch. Capitul.S. Pietro H 10), door Padua (Kraków 452, 463 en 1556; in Stuttgart cod. poet.2o 21 volgt op Bononia en Badua Amberga), door Cremona (Florence, Med.-Laur. Plut. XXVII 1), door Fauentia (clm 23 460), door Cracouia (Koblenz, hs. van de Carmel. te Boppard). In Brugge 543 en in Caen, Coll. Mancel 245 zijn Bononia en Parma vervangen door vrbs Colonia en vrbs Parisiana (deze twee handschriften hebben ook andere zeldzame varianten gemeen), Burgsteinfurt, Brevil. Benth. noemt Colonia eveneens, nl. tussen Bononia en Parma. In Wenen NB Ser.n. 12 803 (uit 1441 door Gerardus Sanbeec; een ander handschrift van zijn hand is 's-Gravenhage, Meerm.-Westr. 10 C 18 uit 1440; zie G.I. Lieftinck, Ms. datés I, 1964, p. 55) heeft de afschrijver zijn geboorteplaats geëerd: Parma is vervangen door Sanbeec (Sambeek aan de Maas bij Boxtel). - Vervangingen op Urbs in het Catholicon zijn: Vercelle (Milano, Brera A.E. XIV 8), Magdeburgis (Kopenhagen Gl.Kgl.Saml. 425, uit 1436, van de hand van Johannes Hamborch); in Douai 754 en in St. Amand is Banonia geworden tot Babilonia. - In handschriften van Brachylogus treft men op Urbs Louania (Darmstadt 742, Rome Vat. Lat. 10 062) en vrbs Traiectensis (Bruss. 1450 en 981).
-
eind7
- Frater Thomas: episcopus, honoro, mencior, obedio etc.; frater Albertus: fulmen, mare, nubes, uentus etc.
-
eind8
- De dictionarius van Firmin Le Ver is reeds aangehaald en zal weer aangehaald worden. Andere woordenboeken als hier bedoeld zijn: 1) Comprehensorium Johannis, Parijs BN Lat. 7678 (noemt op D petrus de ianua); 2) St. Omer 644 (Bisamnis, Ianua; voorbeelden van vervlaamsing zijn op Bigens francois...flamenghe, op Legare rex ligauit (sic) petrum in flandriam; 3) Wenen NB 13 857 uit 1448, aanvankelijk met Italiaanse vertalingen, geschreven door Garbrandus Iacobi Spierinch de Schyedam (voor een ander werk van zijn hand zie Bouveret, Colophons 4774): Bisanis en (op Ianua) de biobibiographie van Joannes van Genua.
-
eind9
- Weggevallen of weggelaten: bijv. Parijs BN Lat. 7627; vervangen: montis oliveti Pavia Aldini 54; sancte crucis Luik 2304; minorum Londen BL Arundel 110, Maastricht Gem. Bibl., Stutt. cod. poet.2o 24. Minorum wordt ook aangetroffen op Professio in Breuiloquus (zie TNTL 100 (1984), 22), Bas. 1478 en volgende drukken. De handschriften Arundel 110 en Maastricht hebben ook andere niet gangbare varianten gemeen. Het handschrift Maastricht is in 1437 door een Dominicaan aan het Dominicanenklooster te Koblenz geschonken (zie G.I. Lieftinck, Ms. datés I, 1964, p. 111): dit maakt minorum boeiend.
-
eind10
- Zie TNTL 100 (1984), 277.
-
eind11
-
8rb |
Arcinum ni (lees -uum ui). een librarye |
9ra |
Armarium een gerwekamer een librye of wapenstede |
11vb |
Bibliotheca librie |
17ra |
Commentarium glosinge of librie |
117ra |
Zaberna est quoddam vas in quo ponuntur libri |
|
Zaberna boec sac librie |
-
eind12
- Voor een plaats in de latinitas neerlandica komen misschien in aanmerking 9ra Armaturensis wapen roc en 91ra Quassa se een tubbe daer men cleren in nettet wastubbe.
|