Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde. Jaargang 93
(1977)– [tijdschrift] Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde– Auteursrechtelijk beschermdTijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde. Jaargang 93. E.J. Brill, Leiden 1977
-
gebruikt exemplaar
exemplaar universiteitsbibliotheek Leiden, signatuur: S. Ned. 12 8464
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van jaargang 93 van Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde uit 1977. De Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren beijvert zich voor het verkrijgen van toestemming van alle rechthebbenden; eenieder die meent enig recht te kunnen doen gelden op in dit tijdschrift opgenomen bijdragen, wordt verzocht dit onverwijld aan ons te melden (dbnl.auteursrecht@kb.nl).
redactionele ingrepen
p. 151: De errata zijn doorgevoerd in de voorgaande jaargang.
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina's (p. II, 1, 2, 152) zijn niet opgenomen in de lopende tekst.
[pagina I]
TIJDSCHRIFT VOOR NEDERLANDSE TAAL- EN LETTERKUNDE
[pagina III]
TIJDSCHRIFT
VOOR
NEDERLANDSE TAAL- EN LETTERKUNDE
UITGEGEVEN VANWEGE DE
MAATSCHAPPIJ DER NEDERLANDSE LETTERKUNDE TE LEIDEN
DRIE EN NEGENTIGSTE DEEL
LEIDEN
E.J. BRILL
1977
[pagina IV]
REDACTIE:
De Commissie voor Taal- en Letterkunde bij de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde
Printed in the Netherlands
[pagina V]
INHOUD
Artikelen: | |
---|---|
R. Breugelmans, Opmerking van geen waarde | 1 |
G. Geerts, Het collectivum als haar-syndroom | 153 |
J. Goossens, De tweede Nederlandse auslautverscherping | 3 |
J.P. Gumbert, Is het ‘Kalendarium van 1253’ wel Utrechts? | 201 |
Theo A.J.M. Janssen, Het wel en niet omschreven indirekt objekt en de possessieve datief | 203 |
G. Kazemier, Het vers van Hadewijch in de strofische gedichten | 24 |
Gerdien C. Kuiper, Huygens, Suzanna en de luie Fabri van 1637 | 47 |
Ph. van de Nieuwegiessen, De herdrukken van Jacques Perks Gedichten | 231 |
W.J.J. Pijnenburg, Linkse schimmen | 283 |
P.G.J. van Sterkenburg, Het supplement op het Woordenboek der Nederlandsche taal: een stukje geschiedenis | 66 |
L. Strengholt, Revius (en Huygens) en Petrarca | 289 |
L. Strengholt, Ziel van mijn ziel | 297 |
J.M. Willeumier-Schalij, Grondpatronen voor Middelnederlandse Levens van Jesus in gebeden | 76 |
Boekbeoordelingen: | |
---|---|
P.G.J. van Sterkenburg, Het Glossarium Harlemense (C.C. de Bruin) | 86 |
Walter Johannes Schröder, Spielmannsepen II (J. Goossens) | 88 |
Truwanten (M.J.M. de Haan) | 90 |
Scenarium (M.J.M. de Haan) | 96 |
Het Moordadich Stuck (G. Kazemier) | 98 |
Wiebe Hogendoorn, Lezen en zien spelen. Een studie over simultaneïteit in het drama (Frank C. Maatje) | 106 |
Thomas L. Markey, Germanic Dialect Grouping and the Position of Ingvoenic (W. Sanders) | 304 |
[pagina VI]
Henri Basagne de Beauval en de Histoire des Ouvrages des Savans, 1687-1709 (Maria A. Schenkeveld-van der Dussen) | 128 |
G.A. Bredero, Het daget uyt den oosten (Maria A. Schenkeveld-van der Dussen) | 129 |
L. Strengholt, Huygens-studies (Jacob Smit) | 134 |
Werner Waterschoot, De ‘Poeticsche Werken’ van Jonker Jan van der Noot (L. Strengholt) | 140 |
Bloemlezing uit de gedichten en brieven van Willem Godschalck van Focquenbroch (L. Strengholt) | 146 |
Linguistics and Philosophy (M.C. van den Toorn) | 148 |
Ingekomen boeken | 149 |
Ingekomen boeken | 309 |
Errata | 151 |
[pagina 151]
ERRATA
Aflevering 3-4 van jaargang XCII (1976)
Op blz. 192 zijn regel 6 en 7 van het Bruyloftlied in de onjuiste volgorde geplaatst: regel 6 leze men als regel 7 en 7 als 6.
De als 222 en 223 genummerde bladzijden zijn onjuist geplaatst: blz. 222 dient als rechter blz. (en dus als blz. 223) beschouwd te worden en blz. 223 als linker blz. (dus te nummeren als 222).