G.J. van Bork en G. ten Houten-Biezeveld: Over Boon. A'dam [1977]. Amsterdamse smaldelen 4. |
N. Chomsky: Over de taal. De taal als spiegel van de geest. Baarn 1977. |
I. da Costa: Vijf en twintig jaren. Een lied in 1840. Naar het handschrift uitg., ingel. en van aant. voorz. door W.J.C. Buitendijk. Zutphen z.j. |
C. Cormeau: ‘Wigalois’ und ‘diu crône’. Zwei Kapitel zur Gattungsgeschichte des nachklassischen Aventiureromans. München 1977. Münchener Texte und Untersuchungen zur deutschen Literatur des Mittelalter, Band 57. |
A. Deprez: Briefwisseling van F.A. Snellaert. Deel I, bronnenbeschrijving, lijst van brieven en documenten. Gent 1977. |
W. van Hemeldonck: Antieke en Bijbelse metaforiek in de moderne Nederlandse letteren (1880-ca. 1914). Een bijdrage tot de Europese stijlgeschiedenis. Gent 1977. |
K. van Mander: De Kerck der Deucht. Uitg. en van commentaar voorz. door H. Miedema en M. Spies. A'dam [1977]. Amsterdamse smaldelen 5. |
J. Molemans: Toponymie van Overpelt. Gent 1977. |
K. Porteman: De mystieke lyriek van Luvas van Mechelen. Deel I. Gent 1977. |
Uit Bibliotheektuin en Informatieveld. Opstellen aangeboden aan D. Grosheide bij zijn afscheid als bibliothecaris van de Rijksuniversiteit te Utrecht. Onder redactie van H.F. Hofman, K. van der Horst en A.H.H.M. Mathijsen. Utrecht [1977]. |
Verslagen en mededelingen van de Kon. Acad. voor Nederlandse Taal- en Letterkunde. 1977 afl. 2. Gent 1977. |
Constantijn Huygens' Cluijs-werck. Uitg., ingel. en toegel. door F.L. Zwaan. Jeruzalem 1977. |
Constantijn Huygens' Hofwyck. Uitg., ingel. en toegel. door F.L. Zwaan. Jeruzalem 1977. |