Frobentomie
Bij Bredero, Lucelle 1254 beroemt zich Lecker-Beetje, dat hij verstand heeft van Natimatica, ramatica, de gigromance, lusica, petorica, frobentomie. De eerste vijf verbasteringen zijn lang achterhaald, bij frobentomie echter beperkt C.A. Zaalberg in zijn jongste uitgave (Culemborg 1972, p. 122) zich tot het doorgeven van de gissing van J.A.N. Knuttel: anatomie(?). Methodisch moeten wij terug naar de eerste editie van Louis Le Jars. Deze leest in 1576, gelijk Zaalberg zelf p. 9 ons meedeelt: frobetomie. Daarmee vervalt de enige letter, die ana- en froben- gemeen hadden, maar komt nu in ruil de baan vrij voor flebotomie, φλεβοτομία, de oude kunst van aderlaten.
Amsterdam
D. Kuijper Fzn.