Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde. Jaargang 88
(1972)– [tijdschrift] Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde– Auteursrechtelijk beschermdTijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde. Jaargang 88. E.J. Brill, Leiden 1972
-
gebruikt exemplaar
exemplaar universiteitsbibliotheek Leiden, signatuur: S. Ned. 12 8459
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van jaargang 88 van Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde uit 1972. De Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren beijvert zich voor het verkrijgen van toestemming van alle rechthebbenden; eenieder die meent enig recht te kunnen doen gelden op in dit tijdschrift opgenomen bijdragen, wordt verzocht dit onverwijld aan ons te melden (dbnl.auteursrecht@kb.nl).
redactionele ingrepen
p. 53: de eindnoot is bij de bijbehorende nootverwijzing op p. 51 geplaatst.
p. 85: de accenten in de zin: ‘De la Composicion du Poeme an general: E de l'Inuancion, Disposicion e Elocucion’ zijn niet weergegeven. Ook de schuine streepjes door de ‘e’ in deze zin zijn weggelaten.
p. 87, noot 17: Handb,, → Handb.,, ‘zie Lausberg, Handb., par. 460’.
p. 89: beest → meest, ‘het gebruik van velerlei synoniemen en een expolitio-achtige techniek, het meest barokke fragment uit de Aenleidinge’
pag. 91: hanteeert → hanteert, ‘dichter als controleur over zijn werk moet aanstellen, hanteert niet alleen de hoogste normen ter beoordeling’.
pag. 92: punt toegevoegd na bevestigen: ‘het maatschappelijk nut van de poeterij moet bevestigen. Ook Vondel eist een honorabele poëzie’.
pag. 95, noot 40: Handb,, → Handb.,, ‘Lausberg, Handb., par. 79-138’.
pag. 98: ‘dien enzij’ → ‘dienen zij’, ‘Geïnspireerd door de Godheid of de Muzen dienen zij immers’.
pag. 103, noot 66: in de zin ‘An somme, la Nature bien demande le secours e la mein artisane: E l'Art ne peùt rien sans, le naturele’, zijn de accenten weggelaten, evenals de schuine streepjes door de ‘e’.
p. 128: de noten op deze pagina zijn doorgevoerd in de lopende tekst. De regelnummers bij de noten zijn hier weergegeven als nootnummers.
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina's (p. II, VII en VIII) zijn niet opgenomen in de lopende tekst.
[pagina I]
TIJDSCHRIFT VOOR NEDERLANDSE TAAL- EN LETTERKUNDE
[pagina III]
TIJDSCHRIFT
VOOR
NEDERLANDSE TAAL- EN LETTERKUNDE
UITGEGEVEN VANWEGE DE
MAATSCHAPPIJ DER NEDERLANDSE LETTERKUNDE TE LEIDEN
ACHT EN TACHTIGSTE DEEL
LEIDEN
E.J. BRILL
1972
[pagina IV]
REDACTIE:
De Commissie voor Taal- en Letterkunde bij de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde.
Printed in the Netherlands
[pagina V]
INHOUD
ARTIKELEN: | |
---|---|
Arens, J.C., Teuthonista en Catholicon (Mainz 1460) | 281 |
van der Blom, N., Een Meilied van Hooft | 51 |
de Bont, A.P., Prognose contra prognose | 154 |
Naschrift door F. de Tollenaere | 158 |
Claes, S.J., F., Nederlandse benamingen van woordenlijsten en woordenboeken tot 1650 | 32 |
Claes, S.J., F., Het woordenboek van Martin Binnart | 256 |
van Drunen, Ton, Loyhier en Malaert | 252 |
Erné, B.H., De Forestier van de Witte Beer in het Gruuthusehandschrift (een verkenning) | 107 |
Goossens, J., De definitie van Nederlandse dialecten | 45 |
De Haan, M.J.M., Het bediet van Moriane? | 200 |
Heeroma, K., Andermaal ‘Die blomkin van Brucghe’ | 216 |
Heeroma, K., Het exempel van Redene en de Broesche Mensche | 122 |
Heeroma, K., Reinaert en Esopet | 236 |
Heeroma, K., Reinaert en zijn maagschap | 11 |
van 't Hof, M. en F. Jansen, Een taalstatistisch onderzoek | 284 |
Kruyskamp, C., Mijns hertsen gront | 42 |
Kuijper Fzn., D., De groetenis aan Cajus | 54 |
de Neve, O., Borkel | 273 |
de Neve, O., Boteram van vrouwen cleren | 276 |
Sanders, W., Oudnederlands | 161 |
de Tollenaere, F., Razdom rodjand niujaim | 1 |
Vekeman, H., Van Seuen Manieren van Heiliger Minnen | 178 |
Witstein, S.F., Aandacht voor de Aenleidinge | 81 |
BOEKBEOORDELINGEN: | |
---|---|
De Borchgravinne van Vergi. Uitgave en commentaar door Dr. R. Jansen-Sieben (C.C. de Bruin) | 70 |
G.A. Bredero's Kluchten (R. Lievens) | 307 |
[pagina VI]
Dr. W.J.M. van Calcar, Over comparatief- en vergelijkingszinnen (Studia Theodisca nr. XI) (M.C. van den Toorn) | 315 |
K. Heeroma, De andere Reinaert (C.C. de Bruin) | 57 |
Meester Willem Jordaens, ‘De oris osculo’ of De mystieke mondkus (C.C. de Bruin) | 73 |
Bloemlezing uit de bundel Uyt-spanningen van Jodocus van Lodenstein met inl. en aant. door Dr. P.J. Buijnsters (C. Kruyskamp) | 159 |
Eenen nyeuwen coock boeck (R. Lievens) | 314 |
Drs. Bert Paasman, J.F. Martinet. Een Zutfens filosoof in de achttiende eeuw (C. Kruyskamp) | 319 |
Ruusbroec de Wonderbare (R. Lievens) | 76 |
Ingekomen Boeken | 78 |