Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde. Jaargang 84
(1968)– [tijdschrift] Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde– Auteursrechtelijk beschermdTijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde. Jaargang 84. E.J. Brill, Leiden 1968
-
gebruikt exemplaar
exemplaar universiteitsbibliotheek Leiden, signatuur: S. Ned. 12 8455
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van jaargang 84 van Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde uit 1968. De Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren beijvert zich voor het verkrijgen van toestemming van alle rechthebbenden; eenieder die meent enig recht te kunnen doen gelden op in dit tijdschrift opgenomen bijdragen, wordt verzocht dit onverwijld aan ons te melden (dbnl.auteursrecht@kb.nl).
redactionele ingrepen
In jaargang 85 staan corrigenda voor het artikel op p. 53-92 van jaargang 84. Deze zijn hier in de lopende tekst doorgevoerd, met uitzondering van de laatste opmerking. De opgave ervan is hieronder geplaatst.
Corrigenda
Dr. D. Kuijper Fzn. maakt de redactie opmerkzaam op enkele onjuiste lezingen in het artikel op blz. 53-92 van de vorige jaargang. Men leze op:
blz. 62 (r. 17) niet paritur maar patitur |
blz. 62 (r. 21) niet procken maar proncken |
blz. 67 (r. 7) niet diffidii maar dissidii |
In r. 10 van blz. 67 staat, overeenkomstig de gebezigde editie van Owen, credito; de lezing cedito (b.v. in de Leidse druk van 1628) verdient de voorkeur.
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina (p. II) is niet opgenomen in de lopende tekst.
[pagina I]
TIJDSCHRIFT VOOR NEDERLANDSE TAAL- EN LETTERKUNDE
[pagina III]
TIJDSCHRIFT
VOOR
NEDERLANDSE TAAL- EN LETTERKUNDE
UITGEGEVEN VANWEGE DE
MAATSCHAPPIJ DER NEDERLANDSE LETTERKUNDE TE LEIDEN
VIER EN TACHTIGSTE DEEL
LEIDEN
E.J. BRILL
1968
[pagina IV]
REDACTIE:
De Commissie voor Taal- en Letterkunde bij de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde.
Printed in the Netherlands
[pagina V]
INHOUD
ARTIKELEN: | |
---|---|
Arens, J.C., Beza's puntdicht op de Armada: een Nederlandse berijming uit 1588 | 112 |
Blom, N. van der, Looc en derivaten | 116 |
Buijnsters, P.J., De literaire samenwerking tussen Hieronijmus van Alphen en Pieter Leonard van de Kasteele | 161 |
Drewes, J.B., Op me siel godts | 107 |
Heeroma, K., De Borch van Vroudenrijc | 1 |
Heeroma, K., Augustijnkens Meilied | 38 |
Heeroma, K., De plaats van de IJ in het Nederlandse alfabet | 213 |
Heeroma, K., Stadshollands | 241 |
Heeroma, K., De ingweoonse achtergrond van smeu | 267 |
Hoekema, Teake, Nieuwe Friese Dialectgeografie | 296 |
Kuijper, D. Fzn., Humiliamini | 230 |
Kuijper, D. Fzn., Een graft onderdaen | 231 |
Kuijper, D. Fzn., De Samiaaner | 311 |
Smit, J., Een verloren-gewaand hoofdstuk van Potgieters ‘Herinneringen en mijmeringen’ | 120 |
Tollenaere, F. de, Problemen van het Dialectwoordenboek | 197 |
Wilterdink, J.B., Huygens als navolger van John Owen | 53 |
Wilterdink, J.B., Martialis bij Huygens | 93 |
BOEKBEOORDELINGEN: | |
---|---|
Jacques van Alphen, Willem van Swaanenburg, achttiende eeuwer en tijdgenoot (C. Kruyskamp) | 127 |
Bacchus en Christus. Twee lofzangen van Daniel Heinsius, opnieuw uitgegeven door L.Ph. Rank, J.D.P. Warners en F.L. Zwaan (P.J. Meertens) | 313 |
Nicolaas Beets, Kuser. Met inleiding en aantekeningen door Dr. Margaretha H. Schenkeveld (P.J. Meertens) | 158 |
[pagina VI]
Dr. J. Bientjes, Holland und der Holländer im Urteil deutscher Reisender 1400-1800 (C. Kruyskamp) | 144 |
Bloemlezing uit de brieven van P. Czn. Hooft, opnieuw met de handschriften vergeleken en van een inleiding en toelichtingen voorzien door dr. H.W. van Tricht (C.A. Zaalberg) | 157 |
Leonard Forster, Die Niederlande und die Anfänge der Barock-lyrik in Deutschland (C.A. Zaalberg) | 137 |
Frankisch, Merovingisch, Karolingisch. Onder redactie van Prof. Dr. A. Weynen (P.J. Meertens) | 147 |
G.J. Helmer, Den gheestelijcken Nachtegael. Een liedboek uit de zeventiende eeuw (Marie Veldhuyzen) | 139 |
E. de Jongh, Zinne- en minnebeelden in de schilderkunst van de zeventiende eeuw (C. Kruyskamp) | 317 |
A. de Jonghe, De Taalpolitiek van Koning Willem I in de Zuidelijke Nederlanden (1814-1830) (F. de Tollenaere) | 151 |
Hugo Peeters, De Rijmkroniek van Holland, haar auteur en Melis Stoke (H. Bruch) | 232 |
Lukas Schermer, Meleager en Atalante (P.J. Meertens) | 142 |
C.L. Thijssen-Schoute, Uit de Republiek der Letteren. Elf studiën op het gebied der ideeëngeschiedenis van de Gouden Eeuw (C. Kruyskamp) | 318 |
S.F. Witstein, Bronnen en bewerkingswijze van de ontleende gedeelten in Rodenburghs Eglentiers Poëtens Borst-wehringh (1619). Het Proza-betoog en de Emblemata (W.M.H. Hummelen) | 132 |
Ingekomen boeken | 160, 240, 320 |